donderdag 1 oktober 2015

Zie, Ik zal zélf naar mijn schapen vragen en naar hen omzien (Ez. 34)

1 Koningen 3; Efeziërs 1; Ezechiël 34; Psalmen 83-84

‘Herder’ was een gebruikelijke metafoor voor ‘koning’ in het oude Nabije Oosten, meest nog in het Oude Testament (vgl. Jes. 44:28; Jer. 10:21; 23:1-6; Mic. 5:4, 5; Zach. 11:4-17). De herder bood niet alleen zorg en voedsel voor het schaap, maar ook leiding, medische zorg, en bescherming tegen vijanden.
Dit was ongetwijfeld een uitstekende metafoor om te gebruiken voor afvallige heersers die in de verleiding kwamen hun roeping te zien in termen van macht en voorrechten maar niet in termen van verantwoordelijkheid.

Wanneer David daarentegen de Heer belijdt als zijn herder (Ps. 23:1), bevat de metafoor de idee dat God koning is. De schapen passeren onder de staf (Ps. 23:4 – hetzelfde woord dat ook wordt gebruikt voor de Koninklijke scepter).

Het hoofdstuk (Ez. 34) begint met een vernietigende veroordeling van de herders die Israël geleid hebben (34:1-10). Er zijn in de kern twee aanklachten.

(a) Op een gulzige manier hebben ze de schapen kaalgeplukt, terwijl ze de kudde uitbuiten voor eigen comfort en rijkdom, maar ze hebben de schapen die aan hen toevertrouwd waren niet gevoed en verzorgd (34:2-4).

(b) In plaats van de schapen te beschermen door ze in één kudde te houden, heeft het gedrag van de herders ertoe geleid dat de schapen ‘verstrooid’ raken (34:5-6) – een woord dat de ballingschap aanduidt. Dus wat God zal doen is ervoor zorgen dat deze valse en gevaarlijke herders nooit meer over de schapen gesteld zullen worden (34:7-10).

Het kost moeite om in deze zinnen niet de verwerping te zien van het Davidisch koningshuis zoals het toen werd begrepen, samen met het Levietische priesterdom.

Wat God in hun plaats zal stellen is – Hemzelf. Hij zal zelf komen om zijn schapen te weiden. Lees de ontroerende zinnen vanaf vers 16 , en tel het aantal keren dat God zegt ‘Ik zal…’ of ‘Ik, de Heer, zal …’

Niet alleen zal Hij de kudde beschermen (34:10-16), Hij zal ook rechtspreken binnen de kudde (34:17-22), want onvermijdelijk zijn er een aantal schapen corrupt of tiranniek. De kudde zal niet alleen gezuiverd worden van zijn hebzuchtige leiderschap maar ook van zijn zondige leden, zeker van de ‘vette’ schapen die de anderen wegstoten van de overvloed.

Plots verandert de taal. De hele tijd heeft God verklaard dat Hijzelf de kudde zal weiden. Nu zegt Hij, ‘Dan zal Ik één herder over hen aanstellen, die hen weiden zal: mijn knecht David. Die zal hen weiden, die zal hun herder zijn. Ik, de HERE, zal hun tot een God zijn, en mijn knecht David zal vorst wezen in hun midden. Ik, de HERE, heb het gesproken’ (34:23-24).

De beloofde hervorming zal zelfs een transformerend Nieuw verbond brengen (34:25-31). Dit verbond zal effectief zijn (dit is wat ‘verbond des vredes’ suggereert).

Een transformerende herder die zowel Jahweh is als iemand uit de lijn van David? Denk na over Johannes 10.


Eigen vertaling van de overdenking bij 1 oktober uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten