zondag 17 augustus 2014

Een goed begin garandeert nog geen goed einde (1 Sam. 9)

1 Samuel 9; Romeinen 7; Jeremia 46; Psalm 22

Af en toe ontmoet je iemand die vanaf zijn of haar jeugd zeer beloftevol lijkt en die beloften ook inlost.

Maar dit lijkt niet de gebruikelijke gang van zaken. Wie had gedacht dat een bescheiden schilder uit Wenen de monsterlijke kolos zou worden die de wereld kent als Adolf Hitler? Wie had gedacht dat een mislukte winkelier uit Missouri, een kerel met een diploma middelbaar onderwijs, Roosevelt zou opvolgen, een atoombom op Hiroshima en Nagasaki zou werpen, generaal Douglas MacArthur zou ontslaan en de raciale integratie van het leger zou bevelen [Truman, JL]?

Laten we stilstaan bij Saul (1 Sam. 9). Hij was een Benjaminiet en dus uit de kleine stam die in aantal en prestige was gereduceerd door de vreselijke gebeurtenissen beschreven in Richteren 19-21 (zie de overdenkingen van 5-7 augustus). Hij kwam zelfs niet uit een grote clan binnen die stam (9:21).

Fysiek was hij een krachtige jongeman, bezig met de landbouwklussen die zijn vader hem gaf, en voor zover we weten ook zonder aanspraken op eer of macht. In het volgende hoofdstuk moet hij zelfs overtuigd worden om uit zijn schuilplaats tussen de bagage te komen en de bijval te aanvaarden die het volk hem wil geven.

Het is nog niet het moment om alle dingen onder de loep te nemen die verkeerd liepen – sommige ervan komen aan bod in latere overdenkingen. Maar mensen met slechts een oppervlakkige kennis van de Schrift weten wat voor tweeslachtige figuur Saul uiteindelijk bleek, en hoe tragisch zijn einde was. Wat moeten we leren?

(1) Als wijzelf in een beloftevolle opwaartse stroming zitten, moeten we ons voornemen te volharden in de kleine tekenen van trouw en nederigheid. Een goed begin garandeert nog geen goed einde.

(2) Als we verantwoordelijk zijn voor het aanwerven van mensen, of het nu gaat om voorgangers en andere christelijke leiders of bestuurders van een onderneming, dan maken we - hoewel de een misschien meer inzicht en visie toont dan de ander - allen fouten. De reden is simpel: nog afgezien van de slechte keuzes die we maken, kan een goede keuze ook veranderen in een slechte keuze (en omgekeerd) omdat mensen veranderen.

(3) Hieruit volgt dat elke organisatie, zeker de plaatselijke gemeente, een bepaald mechanisme nodig heeft om leiders op een godvruchtige manier te kunnen aan de kant schuiven wanneer die zondig blijken of jammerlijk onbekwaam. Dit was niet mogelijk in het oude Israël waar het de koning betrof. Het is niet alleen mogelijk maar wordt ons ook opgedragen als het gaat om Nieuwtestamentisch leiderschap.

(4) Alleen God kent het einde vanaf het begin. Nadat we ons best mogelijke oordeel hebben gebruikt, is er niets dat belangrijker is dan dat we ons op God verlaten, waarbij we ernaar streven Hem te behagen en pogen onze beoordelingen aan te passen aan wat Hij heeft geopenbaard in zijn Woord, en waarbij we volledig vertrouwen op de Enige die van in het begin het einde kent.


Eigen vertaling van de overdenking bij 17 augustus uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten