Ik heb dit artikel (van Jon Bloom) opgezocht en gedeeltelijk vertaald. Ik heb me beperkt tot de voorbeelden uit het leven van Jozef. Hieronder deel 1.
- Jozefs plaats in de volgorde van geboorte van de aartsvaders maakte deel uit van Gods plan (Genesis 30:22–24).(Wordt later vervolgd – Kun je zolang niet wachten? Lees het origineel bij Desiring God: How Involved Is God in the Details of Your Life?)
- Dit betekent dat Rachels hartverscheurende strijd met haar onvruchtbaarheid deel uitmaakte van Gods plan (Genesis 30:1–2).
- Jakobs voorliefde voor Rachel en zijn wellicht daaraan te wijten favoritisme voor Jozef maakte deel uit van Gods plan (Genesis 29:30, 37:3).
- Jozefs profetische dromen waren (duidelijk) deel van Gods plan (Genesis 37:5–11).
- De jaloezie van zijn broers (merk op: rivaliteit onder gezinsleden en gezinsconflict) was deel van Gods plan (Genesis 37:8).
- Het boosaardige, moordzuchtige en hebzuchtige verraad van hem, en Juda’s deelhebben daaraan, was deel van Gods plan (Genesis 37:18–28, 50:20).
- Zijn broers twintig jaar durende misleiding van Jakob met betrekking tot Jozef was deel van Gods plan.
- Het bestaan van een zondige slavenhandel en de plaats ervan in Egypte was deel van Gods plan (Genesis 37:36).
- Potifars betrokkenheid in de slavenhandel en diens positie in Egypte was deel van Gods plan (Genesis 37:36).
- Jozefs bijzondere bestuurlijke begaafdheid was deel van Gods plan (Genesis 39:2–4).
- Jozefs gunst bij Potifar was deel van Gods plan (Genesis 39:4–6).
- Potifars vrouw die zich overgaf aan seksuele immoraliteit was deel van Gods plan (Genesis 39:8–12, Romans 1:24).
- De oneerlijkheid van Potifars vrouw was deel van Gods plan (Genesis 39:14–18).
- Potifars onrechtvaardige oordeel van Jozef was deel van Gods plan (Genesis 39:19–20).
- De specifieke gevangenis waarheen Jozef werd gestuurd – de gevangenis waar de schenker en bakker zouden belanden – was deel van Gods plan (Genesis 39:20).
- Jozefs gunst bij de gevangenbewaarder was deel van Gods plan (Genesis 39:21–23).
- De samenzwering op hoog niveau en het onthullen ervan die resulteerde in de gevangenschap van Farao’s schenker en bakker was deel van Gods plan (Genesis 40:1–3).
- Jozefs aanduiding om voor hen te zorgen was deel van Gods plan (Genesis 40:4).
- De dromen van de schenker en bakker waren (duidelijk) deel van Gods plan (Genesis 40:5).
- Jozefs meelevende zorg met hun angstige harten was deel van Gods plan (Genesis 40:6–7).
- Hun mate van vertrouwen in Jozefs integriteit om hem hun dromen toe te vertrouwen was deel van Gods plan (Genesis 40:8–20).
- Jozef die in staat is de betekenis van hun dromen uit te leggen was deel van Gods plan (Genesis 40:12–13, 18–19).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten