"Islamitisch extremisme heeft vorig jaar wereldwijd gezorgd voor een verdere toename van christenvervolging", weet het
Nederlands Dagblad.
Het baseert zich daarbij op Open Doors, een organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen, bij de presentatie van haar jaarlijkse Ranglijst Christenvervolging. Hieronder het vervolg van het artikel:
"In acht van de top 10-landen is de islam de belangrijkste godsdienst. Vierentwintig van eerste dertig landen op de lijst hebben moslimextremisme als primaire bron van christenvervolging.
Sterkste stijger is Irak, waar christenen sinds de val van dictator Saddam Hussein in 2003 mikpunt van geweld zijn. Het land ging van de zeventiende naar de achtste plaats.
In mei vorig jaar vond een bomaanslag plaats in een bus met christelijke studenten waarbij drie doden vielen. Eind oktober vonden 58 christenen de dood bij een gijzelingsdrama in de hoofdstad, Bagdad.
Christenen vierden geen Kerst, een aan al-Qaeda gelieerde terreurgroep had gedreigd met aanslagen. Vlak voor de jaarwisseling kwamen twee christenen om toen aan hun huizen bevestigde bommen dood en verderf zaaiden.
Al jaren is er een trek van christenen naar het veiliger geachte noorden, en vooral naar het buitenland. Meer dan de helft van de 1,5 miljoen Iraakse christenen is vertrokken. De blijvers zeggen geen toekomst meer te hebben in hun land, zegt Open Doors-woordvoerder Klaas Muurling. ‘Ze voelen zich nergens meer veilig, zijn op de vlucht waardoor de kerk in Irak steeds kleiner wordt.’
Afghanistan stond op plaats zes, maar drong door tot de top 3 van de ranglijst. Televisiebeelden van ex-moslims die zich lieten dopen, luidden een toenemende vervolging van de ‘kleine en kwetsbare groep gelovigen in’, aldus Open Doors. Een van de opgepakte christenen is Said Musa, hem hangt de doodstraf boven het hoofd. Anderen ontvluchtten het land of doken onder.
Pakistan en Nigeria zijn voorbeelden van landen waar christenen verder in het nauw worden gedreven dankzij moslimextremisten. In Pakistan kwamen veel christenen voor de rechter omdat zij een wet op godsdienstlastering zouden hebben overtreden. Het ging dan vooral om belediging van de profeet Mohammed. Als een rechtbank ten gunste van een christen oordeelde, namen radicale moslims in veel gevallen het recht in eigen hand. ‘Ontvoering en mishandeling komen veelvuldig voor, evenals het vernielen van eigendommen van christenen.’ Een sprekend voorbeeld is de ter dood veroordeelde christin Asia Bibi. Zij moet als resultaat van internationale druk worden vrijgelaten, maar extremisten vechten haar vrijlating juridisch aan. Bovendien is er een prijs op haar hoofd gezet.
Bij de watersnoodramp van afgelopen zomer werden christenen volgens Open Doors gediscrimineerd.
Bij geweld tussen het islamistische noorden en het christelijke zuiden van Nigeria lieten naar schatting van Open Doors zeker 2000 christenen het leven. Met Kerst werden nog 80 christenen gedood.
Onbetwist op plaats 1 staat, voor het negende jaar, het op stalinistische leest geschoeide Noord-Korea.
Alleen de ‘Grote Leider’ wijlen Kim Il-sung en zijn zoon, de ‘Geliefde Leider’ Kim Jong-il mogen als goden worden aanbeden. De Bijbel is een verboden boek. Het bezit ervan is voor het regime reden genoeg een christen en zijn familie naar een strafkamp te sturen. ‘Christenen hebben geen enkel bestaansrecht en Kim Jong-il en consorten doen er alles aan om het christendom uit te roeien.’
In mei 2010 werden 23 leden van een ondergrondse kerk opgepakt. Drie van hen werden publiekelijk geëxecuteerd. De anderen verdwenen naar een concentratiekamp waarvan er vele zijn.
Open Doors schat dat er wereldwijd 100 miljoen christenen worden vervolgd. Ron Boyd-MacMillan, hoofd onderzoek van de internationale organisatie, ziet vier hoofdbronnen van vervolging: moslimextremisme, communistische onderdrukking, religieus nationalisme en seculiere intolerantie.
‘De belangrijkste verandering van de afgelopen dertig jaar is de verschuiving van communistische onderdrukking naar moslimextremisme als belangrijkste vorm van christenvervolging. Maar de andere krachten worden niet minder door deze verschuiving.’"