En behalve dat, men kan niet uitsluitend voor één goed denkbeeld leven, zonder tevens vele andere verwante zaken voor te staan. Mijn leven wordt beheerst door één heilig doel; maar dit navolgende, heeft de Heere mij in staat gesteld om evangelist zowel als zendeling te zijn. En terwijl ik het benodigde geld zocht te verkrijgen om vele zielen te kunnen bereiken, opdat zij gezegend en gered mochten worden, heeft Hij mij gebruikt om de zondagviering in vele landen voor te staan, als het van God gegeven en heerlijk geboorterecht van de zwoegende miljoenen, dat hun tot geen prijs, die de mensen kunnen aanbieden, ontnomen kan worden.
Hij heeft mij in staat gesteld het recht te handhaven van ieder kind, in christen- of in heidenlanden, om te leren de Bijbel te lezen en die te verstaan als de Goddelijke grondstelling van alle maatschappelijke orde en de enige waarborg van persoonlijke vrijheid evenals van nationale grootheid - Hij heeft mij ook in staat gesteld om te velde te trekken tegen de helse Kanaka of arbeidhandel, één van de wreedste en bloedigste vormen van slavernij op aarde, en om de broeders in de koloniën en in het vaderland in heilige geestdrift te ontsteken tegen hen, die handel drijven in de lichamen en zielen van hun medemensen.
In dit alles, evenals in mijn eigen directe arbeid als zendeling, heb ik waarschijnlijk ruim mijn deel gehad aan de smaad van de vijanden des kruises, en vele beproevingen en verdrietelijkheden in de dienst van mijn Heere ondervonden. En toch, vóór ik de pen neerleg, wens ik hier als mijn onwrikbare overtuiging uit te spreken, dat dit de edelste dienst is, waarin het menselijk leven kan besteed worden, en dat, als God mij mijn leven teruggaf om weer overgeleefd te worden, ik het zonder een zweem van aarzeling weer op het altaar van Christus zou neerleggen, opdat Hij het wederom mocht gebruiken voor gelijke liefdediensten, voornamelijk onder hen, die nimmer de naam van Jezus gehoord hebben.
Niets, dat ik verduurd heb, of dat ik nog zal moeten ondervinden, doet mij aarzelen - integendeel, ik doe het met blijdschap des harten - om het gebed uit te spreken, dat het de gezegende Heer moge behagen om de harten van al mijn kinderen naar het zendingsveld heen te trekken. En dat Hij hun een weg moge openen en dat het hun trots en vreugde moge worden om te leven en te sterven in het werk des Heeren onder de heidenen! God gaf het liefste wat Hij had, Zijn Zoon, voor mij; en ik geef Hem het liefste wat ik heb, mijn alles, weder!'
Uit: John G Paton (1824-1907), Zendeling op de Nieuwe Hebriden, deel II, pag. 207-208.
Deel I noch deel II is nog in de handel verkrijgbaar. De taal is wat gedateerd, net als sommige uitdrukkingen, maar het radicale discipelschap blijft indrukwekkend.
- Lees de (Engelstalige) Wikipedia-pagina over John Paton
- Lees de preek van John Piper met lessen uit het leven van John Paton