1 Kronieken 13-14, Jakobus 1, Amos 8, Lukas 3Volgens Jakobus 1:2-4, 12, zijn er twee redenen waarom christenen zich zouden moeten verheugen wanneer ze te maken krijgen met allerlei verzoekingen. Andere redenen worden elders gegeven, maar deze twee zijn van een opmerkelijke diepgang.
Ten eerste moeten we ons verheugen omdat we weten dat wanneer ons geloof beproefd wordt, het resulteert in volharding (1:2-3). Zoals een atleet volhardt om uithouding op te bouwen, zo volhardt een christen onder moeiten om volharding op te bouwen. Volharding voegt iets belangrijks toe aan ons karakter.
Maar ‘die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij volkomen en onberispelijk zijt en in niets te kort schiet’ (1:4). Het alternatief is een persoonlijkheid die misschien de Heer wel liefheeft wanneer dingen goed gaan, een karakter dat onvervaard en blij is op heldere dagen in de lente, maar weinig afweet van standvastigheid onder spanning, van tevredenheid wanneer fysieke gemakken ontzegd worden, van stil vertrouwen in de levende God in het zicht van vervolging, van stabiliteit bij een stokkend tempo of een grote teleurstelling.
In een gevallen wereld voegt volharding met andere woorden volwassenheid en stabiliteit toe aan ons karakter – en beproevingen bouwen volharding op. Dus is Jakobus heel rechtuit: we moeten het ‘voor enkel vreugde’ houden, zegt hij, wanneer we te makken krijgen met allerlei verzoekingen.
Dit is niet een perverse vorm van christelijk masochisme, maar een volkomen gepaste reactie wanneer we de doelen van de christen in gedachten houden. Indien onze hoogste doelen bestaan uit het comfort van de schepping, dan is dit Schriftgedeelte niet te begrijpen; omvatten onze hoogste doelen echter ook groei in christelijk karakter, dan is de overweging van Jakobus juist uiterst zinvol.
Ten tweede is de christen die volhardt onder beproevingen gezegend ‘want, wanneer hij de proef heeft doorstaan, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben’ (1:12). Volharding is met andere woorden een noodzakelijk bestanddeel van het pure christendom. Op de lange termijn houdt een christen vast: hij of zij volhardt. Er kunnen dan wel ups en downs zijn, hoogtepunten en dieptepunten, er kunnen bijzondere overwinningen zijn of tijdelijke nederlagen, maar precies omdat Hij die in ons een goed werk begonnen is, dit ook zal volmaken (Fp. 1:6), houden ware christenen vast (vgl. Hebr. 3:14).
Zij blijven degenen ‘die Hem liefhebben’. Christenen die te maken krijgen met een beproeving moeten dus niet alleen de bedreiging of het ongemak of de teleurstelling zien, maar ook de uitdaging waarvoor Gods genade ons toerust: verder te gaan - altijd verder te gaan – in het volle besef dat de uiteindelijke beloning, uitgedeeld door genade, bestaat uit ‘de kroon des levens’ – de kroon die het leven is, het leven in zijn volmaakte pracht, het leven van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, de erfenis van alle christenen.
Dus is Jakobus opnieuw volkomen realistisch als hij opmerkt dat de persoon die volhardt onder verzoeking ‘gezegend’ (of ‘zalig’) is. Het is een eenvoudige afweging, mits we de doelen van een christen in gedachten houden.
Eigen vertaling van de overdenking bij 19 november uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
het is een stukje dat ik al heel vaak gelezen heb in moeilijke tijden. En werd opnieuw deze morgen erdoor geraakt toen ik het las.
BeantwoordenVerwijderen