vrijdag 9 november 2012

Alleen genade biedt bescherming tegen afvalligheid (2 Kon. 22)


2 Koningen 22, Hebreeën 4, Joël 1, Psalmen 140-141
De laatste ernstige poging tot een morele en theologische hervorming in het koninkrijk van Juda wordt weergegeven in 2 Koningen 22. Hierna volgt alleen nog het finale afglijden naar de ballingschap.

Koning Hizkia, wiens regering grotendeels een positief effect had, werd opgevolgd door zijn zoon Manasse. Hij regeerde een lange tijd, vijfenvijftig jaar, maar zijn regering was berucht, want ‘Hij deed wat kwaad is in de ogen des HEREN, naar de gruwelen der volken die de HERE voor de Israëlieten uit had verdreven’ (21:2).

Er was geen actuele vorm van afgoderij die hij niet overnam. Volgens 2 Kronieken 33 bekeerde hij zich tegen het einde van zijn leven, maar de religieuze en institutionele schade kon niet eenvoudig ongedaan gemaakt worden. Hij werd opgevolgd door zijn zondige zoon Amon, die slechts twee jaar standhield voor hij werd vermoord (21:19-26).

Toen kwam Josia, een jongen van acht toen hij op de troon belandde (22:1). Hij regeerde eenendertig jaar – wat natuurlijk betekent dat hij vroegtijdig stierf aan de leeftijd van negenendertig. Initieel zal hij onder de leiding en controle gestaan hebben van anderen. Maar in het achttiende jaar van zijn regering nam Josia, dan midden de twintig, het initiatief voor de reiniging en het herstel van de tempel – en ‘het wetboek’ werd teruggevonden. Dit verwijst wellicht naar het boek Deuteronomium. (Geleerden van sceptische signatuur uit de negentiende en twintigste eeuw beweren dat dit in feite het moment was waarop Deuteronomium en andere delen van de Pentateuch geschreven werden, zodat deze geschiedenis van ‘herontdekking’ van de wet eigenlijk werd opgezet om deze nieuwe ontwikkelingen te rechtvaardigen. Deze theorie wordt in toenemende mate verworpen; ze is op weinig meer gefundeerd dan op grove speculaties.)

De hervormingen die Josia doorvoerde waren omvangrijk. Op elk terrein, waar hij ook maar verandering kon bewerken, bracht Josia het volk in lijn met de Wet van God. Hij erkende volkomen de vreselijke dreiging van oordeel die boven het verbondsvolk hing, en hij nam zich voor te doen wat recht was, terwijl hij de uitkomst aan God overliet. Als de oordeelsdag niet finaal kon afgewend worden, kon die op zijn minst toch uitgesteld worden.

Van alle belangrijke lessen die we hier kunnen leren, zal ik me toeleggen op één. Sommige mensen vinden het moeilijk te geloven dat het volk zo snel kon afglijden naar volledige onwetendheid omtrent de bijbel. Uiteindelijk was Hizkia Josia’s overgrootvader: de hervorming die hij leidde was toch niet zo lang geleden. Inderdaad – maar wel lang genoeg. De tussenliggende driekwart eeuw waren begonnen met de lange en zondige regering van Manasse.

De geschiedenis van de twintigste eeuw getuigt daarvan hoe snel mensen onwetend kunnen worden op het vlak van de Schrift – en wij leven dan nog aan deze zijde van de gedrukte pers, om nog maar te zwijgen over het internet. De kerk is nooit meer dan één of een tweetal generaties verwijderd van afvalligheid en de vergeethoek. Alleen genade vormt een afdoende bescherming.


Eigen vertaling van de overdenking bij 9 november uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten