dinsdag 27 november 2012

Flexibiliteit en trouw zijn even onmisbaar (1 Kron. 23)


1 Kronieken 23, 1 Petrus 4, Micha 2, Lukas 11
In bepaalde opzichten veranderde de structuur van het leven van de Israëlieten, inclusief bepaalde facetten van het religieuze leven, toen het volk het Beloofde Land binnentrok en niet langer een nomadisch bestaan leidde. De eerste veranderingen waren voor de hand liggend. De Heer zette de dagelijkse voorziening van het manna stop: het volk moest voor zichzelf voedsel verzamelen en kweken. De verstedelijking ving aan. De sabbatswetten werden in toenemende mate zowel in handel en economie als in het landbouwleven toegepast.

Met de instelling van de monarchie en de aanstaande bouw van de tempel, drong heel wat meer organisatie en centralisatie zich op. Meer bepaald legt David zich niet alleen toe op het voorzien van allerlei middelen voor Salomo om de tempel te kunnen bouwen, maar ook op het leggen van de basis voor de nieuwe organisatiestructuren die noodzakelijk zullen zijn om het geheel te laten draaien. Dergelijke zaken staan centraal in 1 Kronieken 23-26.

Reeds in 1 Kronieken 23 denkt David zelf na over de veranderingen die op komst zijn. Een van de taken van de Levieten uit het verleden nam een aanvang tijdens de woestijnjaren, en bestond uit het oppakken en vervoeren van de tabernakel op de voorgeschreven manier, telkens de Heer aangaf dat het tijd was om in beweging te komen. David denkt na over het feit dat de Heer nu zijn volk ‘rust’ gegeven heeft: ze zijn in het Beloofde Land.

Bovendien heeft Hij gekozen om ‘in Jeruzalem’ te ‘wonen tot in eeuwigheid’ (23:25), dus moeten bepaalde taken van de Levieten veranderen: ‘nu behoeven de Levieten de tabernakel en al zijn dienstgerei niet meer te dragen’ (23:26).

Ondertussen worden nieuwe taken ingevoerd: meer aandacht gaat naar tempelkoren en dus naar muziekscholen en –training. Zo worden de Levieten gereorganiseerd. Ze worden onderverdeeld in grote families, kleinere clans enzovoort. Er zal over gewaakt worden dat niet alle aandacht gaat naar de tempel en zijn behoeften.

De volgende hoofdstukken focussen inderdaad wel op het soort taken waarvan zij die de tempel dienen zich zullen moeten kwijten – niet alleen de directe priesterlijke taken en de duidelijke huishoudelijke taken die verbonden zijn met de tempel, maar de grootste verantwoordelijkheden van in stand houden, onderhoud, financiën en beheer.

Maar vanaf het begin moesten de priesters het volk uit de wet kunnen onderwijzen en dienen als ‘opzieners en rechters’. David stelt voor die laatste taken zesduizend Levieten aan (23:4).

Uit dit alles leiden we betekenisvolle lessen af. Maar de belangrijkste is een les in contextualisatie in de canon – dit wil zeggen, hoe je de oude ‘gegevens’ van openbaring moet zien en hoe je ze aan een nieuwe context kunt aanpassen zonder de gegevens op te offeren.

Toen de kerk zich naar nieuwe culturele contexten uitbreidde, moest telkens opnieuw met dergelijke vragen afgerekend worden. De ene groep zal zich vastklampen aan louter traditionalisme uit een andere cultuur; de andere groep begint los te laten wat de Schrift eigenlijk zegt. Wat we echt nodig hebben is trouw en flexibliteit.


Eigen vertaling van de overdenking bij 27 november uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten