2 Kronieken 1; 1 Johannes 1; Micha 7; Lukas 16
Het verslag van de rijke man en Lazarus (Lukas 16:19-31) prikkelt de verbeelding door zijn geweldige ommekeer. De rijke en machtige man eindigt in de hel; de arme man bij diens poort eindigt aan de zijde van Abraham.
Enkele opmerkingen:
(1) Het verhaal maakt de reden waarom de bedelaar Lazarus in de tegenwoordigheid van Abraham werd ontvangen niet expliciet, en ook niet waarom de rijke man werd uitgesloten van die zegen en naar de hel werd gestuurd.
Maar er zijn aanwijzingen. Alhoewel de Bijbel het helemaal niet voorstelt alsof elke arme mens automatisch is gerechtvaardigd (lees Spreuken) en elke rijke mens automatisch is veroordeeld (denk maar aan Salomo, Zacheüs en Filemon), is er niettemin een bepaalde parallel.
Elders benadrukt Jezus dat het onmogelijk is om zowel God als geld te dienen (Mt. 6:24). Het verhaal dat we voor ons hebben zegt dat Lazarus ziek en hongerig aan de poort van de rijke man lag, en letterlijk hongerde naar voedselresten. De rijke man gaf niets. Hij was daarom zonder medelijden; hij ging in tegen de meest elementaire sociale verwachtingen van beleefdheid en gastvrijheid; hij wilde zelfs geen aalmoezen geven.
Wat Lazarus betreft, hij behoort tot een lange traditie in Israël die teruggaat tot de Wijsheidsliteratuur die vaak de arme en verachte associeert met de berouwvolle en rechtvaardige. Dit wordt hier gewoon verondersteld. De ommekeer volgt. Een schokkend feit voor degenen onder Jezus’ toehoorders die de almachtige sikkel najoegen.
(2) Minsten een gedeelte van de beschrijving van de toestand na de dood moet symbolisch zijn (Is er een echte kloof tussen Lazarus en de rijke man? Kunnen bewoners van de twee domeinen over en weer converseren wanneer ze dit willen?). Niettemin moeten bepaalde elementen van deze beschrijving worden aangenomen zoals ze er staan, of het gehele verslag rafelt uiteen.
De rijke man is in voortdurende pijn (volledig in lijn met andere passages uit de Schrift). Lazarus bevindt zich (letterlijk) bij Abraham ‘in zijn schoot’ – d.w.z. hij is bij Abraham, en waar Abraham is, daar moet vrede en zegen zijn.
De vaste kloof bevestigt dat niemand van de ene verblijfplaats naar de andere kon overgaan – wat eerder de visie ondergraaft dat sommige mensen zich na hun dood nog kunnen bekeren.
(3) Abrahams antwoord op de bezorgdheid van de rijke man omtrent zijn overlevende broers maakt twee punten duidelijk.
Ten eerste zijn ze niet te verontschuldigen omdat ze de Schriften hebben (‘Mozes en de profeten’, 16:29). We mogen niet denken dat zij die niet willen luisteren naar wat de Schrift zegt zullen luisteren naar iets anders – dus waarom naar foefjes teruggrijpen? De aanname is dat de Schrift het eerste middel is.
Ten tweede, zelfs het spectaculaire wonderlijke is niet overtuigender dan de Schrift (16:31). Zij die zich niet laten overtuigen door de Schrift, zullen ‘ook, indien iemand uit de doden opstaat, zich niet laten gezeggen’ (16:31). En er is iemand uit de doden opgestaan.
Eigen vertaling van de overdenking bij 2 december uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten