zondag 29 december 2013

Speel niet met je leven en gedraag je niet langer trouweloos (Mal. 2)


2 Kronieken 34; Openbaring 20; Maleachi 2; Johannes 19

Een van de tekenen van een cultuur in verval is dat de mensen zich niet houden aan hun beloften. Wanneer deze beloften zijn afgelegd tegenover of voor de Heer, en tegelijk tegenover iemand anders, maakt het de overtreding nog oneindig veel erger.

Er is iets aantrekkelijk en stabiel aan een maatschappij waarin je erop kan rekenen als iemand zijn of haar woord geeft. Enorme contracten kunnen worden bezegeld met een handdruk, omdat elke partij de ander vertrouwt. Huwelijken houden stand. Mensen maken beloften en houden die.

Natuurlijk is het gemakkelijk om, vanuit het gezichtspunt van onze relatief trouweloze maatschappij, te spotten met het beeld dat ik schets, door voorbeelden te vinden waarin in een dergelijke wereld iemand gevangen achterblijft in een gewelddadig huwelijk of een zakenman wordt bedot door een gewetenloze manipulator.

Maar wanneer je focust op de moeilijke gevallen en de maatschappij bouwt op groeiend cynisme, dan moedig je zelfzuchtig individualisme aan, trouweloosheid, onverantwoordelijkheid, culturele onstabiliteit, valsheid en een verveelvoudiging van de advocatenlegers. En vroeg of laat krijg je te maken met een toornige God. Want God haat trouweloosheid (2:1-17).

Binnen de verbondsgemeenschap van het oude Israël van na de ballingschap, waren een aantal van de ergste voorbeelden verbonden met de uitgesproken godsdienstige dimensies van de cultuur, maar niet allemaal:

(1) De lippen van de priesters moeten eigenlijk ‘kennis bewaren’ en uit zijn mond moet men ‘onderricht in de wet’ kunnen zoeken – ‘want een bode van de HERE der heerscharen is hij’ (2:7). De priester moest God vrezen en voor zijn aangezicht beven (2:5), betrouwbaar onderricht geven (2:6), en de weg van het verbond bewaren (2:8).

Maar omdat de priesters in dit alles trouweloos bleken, zal God ervoor zorgen dat ze worden veracht en vernederd voor het hele volk (2:9). Dus waarom is het dat bedienaars van het evangelie vandaag maar net boven verkopers van tweedehandswagens worden ingeschat, wanneer het gaat om publiek vertrouwen?

(2) Net als sommige andere profeten (bijv. Ez. 16, 23), portretteert Maleachi geestelijke afval in termen van overspel (2:10-12).

(3) Het hoeft niet te verwonderen dat trouweloosheid in de geestelijke arena gepaard gaat met trouweloosheid in huwelijken en het gezin (2:13-16). Oh, deze mensen kunnen best een geestelijk gezicht opzetten, terwijl ze wenen en zegen van God afsmeken. Maar God schenkt er gewoon geen aandacht aan.

Waarom niet? ‘Omdat de HERE getuige geweest is tussen u en de vrouw uwer jeugd, aan wie gij ontrouw geworden zijt, terwijl zij toch uw gezellin en uw wettige vrouw is’ (2:14).

(4) Meer algemeen gesproken hebben deze mensen de Heer vermoeid met hun eindeloze redeneringen, hun morele relativisme (2:17).
‘Daarom, weest op uw hoede voor uw hartstocht en weest niet ontrouw’ (2:16).


Eigen vertaling van de overdenking bij 29 december uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten