Deuteronomium 11; Psalmen 95-96; Jesaja 39; Openbaring 9In Volume 1 van het For the Love of God-dagboek (overdenking van 7 november) becommentarieerde ik de bijna fatale ziekte van koning Hizkia, en zijn herstel en daaropvolgende dwaasheid met de Babylonische gezanten (een verslag dat gelijkloopt met Jesaja 39-40 vind je in 2 Koningen 20).
De dood is niet wat we het meest moeten vrezen. Was Hizkia aan zijn ziekte gestorven, in plaats van nog eens 15 jaar langer te leven, dan zou hij niet bezweken zijn voor sommige van zijn ergste zonden van trots en onverschilligheid (Jes. 39:5-8).
Maar hier zal ik me toespitsen op iets meer prozaïsch: de chronologie van de gebeurtenissen. Want we moeten er lessen uit trekken.
Er bestaat nogal veel onenigheid over de datering van Hizkia’s regering. Wat tamelijk helder is, is dat Sanheribs invasie (Jes. 36:1) plaatsvond in 701 v.C. Dit was in het veertiende jaar van Hizkia’s regering, wat betekent dat hij op de troon kwam in 715 v.C. (701 + 14).
Maar 2 Koningen 18:1 benadrukt dat Hizkia’s troonsbestijging plaatsvond in het derde jaar van koning Hosea van Israël (het noordelijke koninkrijk), d.w.z. ongeveer in 727.
Waarschijnlijk was Hizkia co-regent met zijn vader Achaz van 727 tot 715, toen Achaz stierf, om daarna alleen te regeren. (Co-regentschappen waren gewoon onder de koningen van Juda en Israël).
Zo vond de invasie van 701 plaats in ofwel het veertiende ofwel het zesentwintigste jaar van Hizkia’s regering plaats, afhankelijk of je al dan niet de co-regentschapsjaren meetelt. Maar 2 Koningen 18:1 specificeert ook dat Hizkia negenentwintig jaar regeerde vanaf de start van zijn co-regentschap, wat zijn dood situeert in 698. Indien zijn ziekte dan vijftien jaar eerder plaatsvond (Jes. 38:5), dan gebeurde dit in 713.
Het bezoek van de gezanten van Babylon was blijkbaar kort daarna, in 712 of 711 – meer dan een decennium voor de Assyrische invasie onder Sanherib.
De zin ‘in die dagen’ (38:1) moet dan veeleer een algemene verwijzing zijn naar de tijd van Hizkia’s leven en regering in plaats van iets meer specifieks. Dit betekent dat we de gebeurtenissen van Jes. 38-39 niet mogen beschouwen als zaken die plaatsvinden na Sanheribs invasie, alsof dit een terugval is na het moedige en trouwe gebed en de gehoorzaamheid beschreven in de hoofdstukken 36-37.
Dit situatie is complexer dan dit. Na vruchtbare regeringsjaren (2 Kon. 18) wordt Hizkia ziek en wordt hij wonderbaarlijk hersteld. Zijn roemen tegenover de gezanten van Babylon volgt (Jes. 39), en kan wel onderdeel geweest zijn van Hizkia’s plan om in opstand te komen tegen Assyrië.
Hizkia leert de Heer pas vertrouwen een decennium later, wanneer Assyrië hem bijna verplettert. Hij sterft drie jaar na deze invasie. Indien deze chronologie klopt, dan weerspiegelt Hizkia’s buitengewoon zelfzuchtige en verharde standpunt in Jesaja 39:8 zeer precies zijn tweeslachtigheid tegenover God en tegenover Gods profeet – tot hij gedreven wordt door wanhoop.
Wanneer en hoe leren wij de Heer te vertrouwen?
Eigen vertaling van de overdenking bij 7 juni uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten