Deuteronomium 9; Psalmen 92-93; Jesaja 37; Openbaring 7Hizkia is buiten zinnen (Jesaja 37). Hij is de Heer ongehoorzaam geweest en heeft Assyrië geprovoceerd. Gelukkig handelt hij op dit scharnierpunt wel juist: wanhopig keert hij zich tot de Heer in aanhoudend en gepassioneerd gebed, en tot Jesaja, de profeet van de Heer, voor voorbede en leiding (37:1-4). Jesaja komt meteen met een visionair woord van de Heer (37:5-7).
God ziet het standpunt van Sanherib als uiterst godslasterlijk: hij heeft de levende God behandeld alsof het ging om een of andere plaatselijke heidense godheid. God belooft dat Sanherib een gerucht zal vernemen dat hem zal doen terugtrekken, en na verloop van tijd zal hij neergeveld worden in zijn eigen land.
De volgorde van de gebeurtenissen is op dit moment onduidelijk: we hebben niet genoeg informatie. De volgende verzen suggereren dat Lakis moeilijker blijkt te verslaan dan Sanherib had verwacht (hoewel hij het uiteindelijk inneemt), en dat hij naar Libna getrokken is. Terwijl hij daar is, verneemt hij het bericht dat Egypte (de Kushieten, 37:9) tegen hem optrekt, en hij waarschuwt Hizkia niet te denken dat dit meer is dan een tijdelijk uitstel. Aangezien Sanherib spoedig zijn belegering van Jeruzalem hervat (37:33 e.v.), heeft Egypte misschien niet meer gestuurd dan stropersbendes.
In elk geval, de troosteloze vooruitzichten voor Jeruzalem drijven Hizkia tot gebed (37:14-20), het hoogste peil uit het leven van deze koning. Hizkia spreekt God niet aan alsof Hij slechts een stammengod is. God is de Maker van hemel en aarde, de soevereine Schepper die God is ‘over alle koninkrijken der aarde’, en de almachtige God van Israël die ‘op de cherubs troont’ in het allerheiligste, de God van het verbond (37:16).
Ten einde raad werpt Hizkia zich op Gods erbarmen, niet alleen opdat de nietige natie gespaard zou worden, maar ook opdat ‘alle koninkrijken der aarde weten, dat Gij, HERE, alleen God zijt’ (37:20).
God antwoordt het gebed van Hizkia. Via de profeet Jesaja spreekt God een woord van oordeel tegen Sanherib (37:22-29), voorziet Hij in een geruststellend woord voor Hizkia (37:30-32), en merkt Hij op dat het Sanherib niet zal toegestaan worden om Jeruzalem in te nemen (37:33-35).
God zal Jeruzalem verdedigen, niet omwille van Hizkia, maar om ‘Zijnentwil’ en omwille van zijn knecht David. Hizkia bidt en God antwoordt, maar hij is niet gered omwille van hemzelf, maar omwille van iemand anders.
Het resultaat wordt ons kort verteld (37:36-38). De slachtpartij onder de soldaten kan het gevolg zijn van een door God bevolen builenpest; andere gelijkaardige rampen zijn bekend uit antieke bronnen. En twintig jaar later staken Sanheribs zonen hem inderdaad neer in zijn eigen tempel, terwijl de tempel van de Heer onaangeroerd bleef.
Eigen vertaling van de overdenking bij 5 juni uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten