Deuteronomium 26; Psalmen 117-118; Jesaja 53; Matteüs 1Nu komt de identiteit van de volmaakte Knecht scherp in beeld. Jesaja 53, of beter, Jesaja 52:13-53:12, is de vierde van vijf liederen van de Knecht die hem beschrijven. ‘Zie, mijn knecht’ (52:13) zegt God, met een echo van de introductie van deze Knecht in 42:1.
De ‘arm van de Here’, Gods reddende kracht, werd beloofd in 51:9 en 52:10. Nu wordt de vraag, ‘aan wie is de arm des HEREN geopenbaard?’ (53:1). Het impliciete antwoord in dit hoogtepunt van Jesaja’s profetie is dat Gods reddende kracht nergens duidelijker gezien wordt dan in het werk van de Knecht.
In de voorgaande hoofdstukken heeft God zijn volk herhaaldelijk vergeving beloofd, maar de basis ervoor is nog niet gelegd. Hier wordt alles duidelijk: ‘mijn knecht, de rechtvaardige, [zal] velen rechtvaardig maken, en hun ongerechtigheden zal hij dragen’ (53:11). Hij is een priester die de onreinen besprenkelt (52:15, zie HSV); Hij is een schuldoffer, dat hun ongerechtigheden wegneemt (53:10).
Het eerste van vijf delen (52:13-15) grijpt vooruit naar het geheel: ‘Mijn Knecht zal verstandig handelen’ (HSV) zegt God, vooruitgrijpend naar de conclusie. Beginnend met de verhoging van de Knecht (52:13), daalt deze strofe af tot zijn afschuwelijke lijden (52:14) en eindigt het met het ‘besprenkelen’ (HSV) van vele natiën en de reactie van verstomming daarop.
‘Besprenkelen’ met bloed, olie of water is in het Oude Testament verbonden met reiniging, d.w.z. met het geschikt maken van een persoon of voorwerp om voor God te komen. Normaal gezien verwijst dit naar Israël of zijn instellingen, maar niet hier: dit is voor ‘vele volken’ (52:15).
De reactie van verstomming getuigt van het feit dat Gods wijsheid alle menselijke wijsheid omverwerpt en verwart (vgl. 1 Kor. 1:18-2:5).
In de tweede en derde strofe (53:1-3, 4-6) zijn er getuigen aan het woord. God heeft zijn volk herhaaldelijk opgeroepen om van Hem te getuigen (43:10, 12; 44:8), maar ze zijn blind en doof gebleven.
Nu verklaren ze niet alleen maar dat alleen de Here God is (43:12), maar ze getuigen over wat God gedaan heeft door middel van zijn lijdende, gerechtvaardigde, verheerlijkte Knecht. Eerst zijn de reacties tegenover Hem behoedzaam, en dan negatief (53:1-3).
Hij groeide op om door mensen te worden veracht en verworpen: ‘wij hebben hem niet geacht’, zeggen de getuigen. Toen hij op een barbaarse manier gedood werd, dachten velen zelfs dat het Gods voorzienige oordeel was (53:4) – en ze zaten er dichter bij dan ze beseften.
Maar de getuigen beginnen te vatten dat Hij ‘om onze overtredingen werd (…) doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld’ – een plaatsvervangend lam (53:5-7).
In de vierde strofe (53:7-9) denkt Jesaja na over het stille lijden en de tegenstrijdige dood en begrafenis van de Knecht (Heeft God zijn werk aanvaard?), om in de vijfde strofe (53:10-12) te eindigen met duidelijke bevestiging van de plannen van God.
Gods knecht handelt verstandig (52:13, HSV); ‘door zijn kennis’ zal hij (letterlijk) velen rechtvaardig maken’, en hij zal ‘hun ongerechtigheden (…) dragen’ (53:11).
Denk na over Matteüs 1:21. Halleluja! Wat een Verlosser!
Eigen vertaling van de overdenking bij 21 juni uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten