2 Samuël 19; 2 Korintiërs 12; Ezechiël 26; Psalm 74Het is gepast om na te denken over Psalm 74 in deze fase van onze lezing van de grote profeten. Het klinkt alsof deze psalm geschreven werd ten tijde van een nationale ramp, mogelijk de verwoesting van 587 v.C. (vgl. Ps. 79 en 137; Klaagl. 2:5-9). De ergste klap van allemaal is dat alle profeten zwijgen (74:9). Dan is er plotseling midden in de somberheid en chaos een zucht van lofprijs (74:12-17), vooraleer de duisternis opnieuw neerdaalt (74:18-23).
De onderbreking is dramatisch, en wordt versterkt door een plotselinge omschakeling van de eerste persoon meervoud (‘wij’, ‘ons’) naar de eerste persoon enkelvoud: ‘Toch is God mijn Koning van oudsher’ (74:12).
Opvallende kenmerken zijn ondermeer:
(1) De kwelling van dit hoofdstuk komt voort uit geloof, niet uit scepticisme, en nog minder uit cynisme. Deze mensen kennen God, maar kunnen niet zien wat Hij aan het doen is. Ze protesteren niet zozeer tegen hun straf door Hem, maar wel over de duur: ze handelen alsof ze weten dat de straf verdiend is, maar is het einde ervan open? Is er geen verlichting? ‘Waarom, o God, verstoot Gij voor altoos?’ (74:1). ‘Richt uw schreden naar wat voorgoed in puin ligt’ (74:3). ‘Ja, hoelang nog zal de tegenstander honen, o God; zal de vijand uw naam voor altijd versmaden?’ (74:10).
(2) Er ligt een sterke nadruk op Gods ‘gedenken’ – of, preciezer gesteld, op het smeken tot God om te gedenken. Het is niet alsof de psalmist denkt dat er iets uit Gods gedachten gegaan is, en dat Hij aan een aantal beginselen moet herinnerd worden, die onder de druk van het besturen van het universum per abuis over het hoofd werden gezien.
Het pleiten bij God om te gedenken is expliciet in 74:2, 18, 22 en vaak impliciet – bijv. ‘Aanschouw het verbond’ (74:20). Deze passages bieden enig inzicht in wat dit ‘gedenken’ betekent: het is een smeekbede tot God om te handelen in het licht van zijn oude verbondsrelatie met zijn volk, het volk dat Hij ‘van ouds’ heeft ‘verworven’ (74:2), de stam die Hij als zijn erfdeel heeft verlost (74:2). Het is een smeekbede dat Hij, midden de toorn, zou ‘denken aan’ ontferming.
(3) De verzen 4-8 klinken alsof ze komen van een ooggetuigenverslag van de tempel die verwoest wordt, van een herinnering die onuitwisbaar omgeven is door smart. Dit was de plaats, zo vertelt de psalmist God, waar Hij hen ontmoette, ‘uw vergaderplaats’ (74:4). De volgende verzen lopen over van verdriet.
(4) Nu zijn we misschien beter geplaatst om na te denken over de rol van de verzen 12-17 in de psalm. Precies wanneer er maar weinig hoop lijkt, is het voor individuele gelovigen uiterst belangrijk om de kracht van God te gedenken in zowel de schepping (74:16-17) als in de verlossing (74:13-15).
Hoe zou een dergelijk standpunt in ons leven gestalte krijgen?
Eigen vertaling van de overdenking bij 23 september uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten