vrijdag 27 september 2013

Hij verkoos David, zijn knecht, en nam hem weg van de schaapskooien (Ps. 78)


2 Samuël 23; Galaten 3; Ezechiël 30; Psalm 78:40-72
De overdenking van 25 mei in het eerste deel van deze voorlopig tweedelige set focuste op Psalm 78:40-72, in het bijzonder op de verzen 40-41: ‘Hoe vaak waren zij weerspannig tegen Hem in de woestijn, griefden Hem in de wildernis, en verzochten God wederom, en krenkten de Heilige Israëls’ (zie. ook 78:56).

Het herhaaldelijke falen van de verbondsgemeenschap was bij elkaar opgeteld een minachting van God die Hem beproefde, tot Hij in toorn reageerde: Hij ‘was verbolgen op zijn erfdeel’ (78:62). Dit is een krachtig thema in de psalm. Maar er zit nog een andere kant aan dit thema waar we ook aan moeten denken.

De slotverzen van de psalm (78:65-72) schetsen de Heer als ontwakend, ‘Toen ontwaakte de Here als een slapende’ (78:65), terwijl Hij zijn vijanden terugslaat. Wat deed Hij? Hij verkoos ‘de tent van Jozef’ niet (hoewel Jozef de bestuurder van Egypte was geweest).

Maar ‘Hij verkoos de stam van Juda’. ‘Hij verkoos David, zijn knecht, en nam hem weg van de schaapskooien’ (78:70). Hij verkoos zelfs ‘de berg Sion, die Hij liefheeft. Hij bouwde zijn heiligdom als de hoogste bergen, als de aarde, die Hij voor altoos grondvestte’ (78:69). ‘Deze [=David] weidde hen naar de oprechtheid van zijn hart, en leidde hen met kundige hand’ (78:72).

Maar jij en ik lezen vandaag deze zinnen terwijl we tegelijk Ezechiël lezen en we weten dat de geslachtslijn van David weinig blijvende stabiliteit bood. Binnen de twee generaties had het Davidische koningshuis de noordelijke tien stammen verloren, en zijn geschiedenis vanaf dit punt tot aan de ballingschap bleek zo wispelturig en verwerpelijk slecht als wat beschreven wordt in deze psalm, die de periode overschouwt vanaf de Exodus tot aan het begin van het Davidisch koningshuis.

Deze psalm blikt met andere woorden terug op het puin van het falen en de welverdiende toorn van God, maar ziet de aanstelling van David en de keuze voor Sion als geweldige tekenen van Gods genade en goedheid, een bemoedigende basis voor stabiele trouw in de jaren die voor hen liggen.

Maar wanneer we terugkijken vanuit het perspectief van Ezechiël of Jeremia, vinden we een nog langere lijst van falen en nog veel meer verdiende toorn. Is Psalm 78 dan gewoon naïef?

In elke fase van de verhaallijn van de Bijbel, midden de toorn, grijpt God in genade in. Het menselijke ras gleed af naar een sfeer van zonde, dus koos God Abraham. In de teugelloosheid van de twaalf zonen, koos God Jozef. In de hel van Israëlische slavernij, koos God Mozes. In wanhopige cycli van opstand, wekte God de Richteren op.

Elke stap markeerde heerlijke hoop. En nu wekt God David op. Maar als je zoals wij drieduizend jaar later leeft dan David, kijk je terug en druk je gemeende dank uit voor hoe God zichzelf ‘in het laatst der dagen’ (Hebr. 1:1-4) geopenbaard heeft - in de finaliteit van zijn Zoon.


Eigen vertaling van de overdenking bij 27 september uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten