zaterdag 7 september 2013

Toen ging de heerlijkheid des HEREN weg van de dorpel van de tempel (Ez. 10)



2 Samuël 1; 1 Korintiërs 12; Ezechiël 10; Psalm 49
In het licht van het vreselijk oordeel dat tegen Jeruzalem wordt uitgesproken in Ezechiël 8-11, met het begin van het terugtrekken van de heerlijkheid van de Heer in Ezechiël 10, moeten we het dragen van dergelijke zonden in ons eigen kader doordenken:

Waarom kiezen we wat slechts een ogenblik kan standhouden
alvorens we het moeten achterlaten?
Waarom oefenen bezittingen zoveel brute kracht uit
Dat ze ons hard en onvriendelijk maken?
Waarom hebben gewone dingen de verlokking van een bloem
Waarvan de geur ons egoïstisch en blind maakt?
De waterbakken raken leeg, en we ademen bitterheid;
We wonen in de doodsvallei.

Waarom is bedrog aantrekkelijk voor ons
Die vaak gekwetst en bedrogen worden?
Waarom ruilen we trouwe toewijding voor begeerte,
En vergooien we onze integriteit?
Waarom smeken onze dromen, dan onze daden, om vertrouwen,
Terwijl onze schuld veel te zwaar is om te kunnen betalen?
De waterbakken raken leeg, en we ademen bitterheid;
We wonen in de doodsvallei.

Waarom spelen we koppig onze rol,
En proberen we de wereld ervan te overtuigen dat we winnaars zijn?
Terwijl we alleen maar voor winst onze ziel verkopen,
Om maar nummer 1 te kunnen zijn?
Waarom schroeien we ons geweten dicht, zodat wij de touwtjes in handen hebben –
Wanhopig over wat we geworden zijn?
De waterbakken raken leeg, en we ademen bitterheid;
We wonen in de doodsvallei.

O Jezus –

Waarom belooft U al onze dorst te laven,
Terwijl we al uw wegen veracht hebben?
Waarom redt U de verdoemden en vervloekten,
Door onze dood te sterven in onze plaats?
Waarom verandert u onze harten tot ze haast barsten
van levendige uitingen van lof?
De wel ontspringt met leven – en we worden gelaafd –
De bron die stroomt vanuit uw zijde.


Oorspronkelijke tekst:

Why do we choose what can last but an hour
Before we must leave it behind?
Why do possessions exert brutal power
To render us harsh and unkind?
Why do mere things have the lure of a flower
Whose scent makes us selfish and blind?
The cisterns run dry, and sour is our breath;
We dwell in the valley of death.

Why is betrayal attractive to us
Who often are hurt and betrayed?
Why barter faithful devotion for lust,
Integrity cast far away?
Why do our dreams, then our deeds, beggar trust,
Our guilt far too heavy to pay?
The cisterns run dry, and sour is our breath;
We dwell in the valley of death.

Why do we stubbornly act out a role,
Convincing the world that we’ve won?
Why for mere winning will we sell our soul,
In order to be number one?
Why sear our conscience so we’re in control—
Despairing of what we’ve become?
The cisterns run dry, and sour is our breath;
We dwell in the valley of death.

O Jesus —

Why do you promise to quench all our thirst,
When we have despised all your ways?
Why do you rescue the damned and the cursed,
By dying our death in our place?
Why do you transform our hearts till they burst
With vibrant expressions of praise?
The well flows with life—and we’re satisfied—
The fountain that flows from your side.

Eigen vertaling van de overdenking bij 7 september uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten