Genesis 43; Markus 13; Job 9; Romeinen 13
‘Zijt niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld’ (Rom. 13:8). Sommige christenen hebben dit vers gebruikt om te beweren dat alle schuld verkeerd is en door God veroordeeld wordt. Betaal altijd je rekening als je vertrekt. ‘Zijt niemand iets schuldig’. De machtigste stemmen betogen dat het verkeerd is om een hypotheek af te sluiten voor een huis of een kerkgebouw.
Het verloop van de passage pleit echter tegen een dergelijke uitlegging. De openingsverzen sporen christenen aan zich te onderwerpen aan civiele autoriteiten, niet alleen omdat ze zijn ingesteld door God, maar ook omdat ze, in het geval ze goed functioneren, versterken wat goed is en bestraffen wat verkeerd is (13:1-4). Dus is het belangrijk zich te onderwerpen aan dergelijke autoriteiten, niet alleen om straf te vermijden, ‘maar ook omwille van het geweten’ (13:5): christenen willen een zuiver geweten bewaren door te doen wat goed is. Dit is ook waarom we belastingen betalen. De civiele autoriteiten ‘zijn dienaren Gods, die juist op dit punt voortdurend letten’ (13:6).
Net als andere dienstknechten van God, zijn ze soms ongehoorzaam en dwaas, maar in de manier waarop God de samenleving organiseert, zijn belastingen Gods middelen om hen te ondersteunen die als taak hebben te regeren. Dus moeten we betalen wat we verschuldigd zijn: ‘Betaalt aan allen het verschuldigde, belasting aan wie belasting, tol aan wie tol’ (13:7).
Het gaat zelfs verder, want je moet betalen wat je ook maar verschuldigd bent: ‘ontzag aan wie ontzag, eerbetoon aan wie eer toekomt. Zijt niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben’ (13:7-8).
‘Schuld’ verwijst dan in deze context slechts in tweede instantie naar financiële verplichting. De passage heeft alles te maken met de voortdurende verplichtingen van persoonlijke relaties in een maatschappij die door God verordend wordt. Bovendien worden, zover het financiën betreft, bepaalde financiële verplichtingen, zoals belastingen, steeds weer opnieuw betaald; we betalen de schuld zodra die ontstaat. Op precies dezelfde manier betalen we in een contractueel vastgelegde hypotheek de schulden zodra de betalingen moeten gebeuren.
Om allerlei redenen kun je maar best allerhande belastingschulden vermijden. Maar dit is nauwelijks het punt dat de apostel hier wil maken. De manier waarop Paulus het heeft over liefde als ‘voortdurende schuld’ (de Engelse vertaling spreekt over ‘the continuing debt to love one another’) versterkt dit punt nog.
Sommige ‘schulden’, zoals belastingen, keren terug; de schuld van de liefde keert niet zozeer terug maar gaat voort: ze is altijd bij ons. De geboden die te maken hebben met horizontale relaties (wat we vandaag sociale contacten of sociale betrekkingen zouden noemen) kan in die ene regel worden samengevat: ‘gij zult uw naaste liefhebben als uzelf’ (13:9; Lev. 19:18).
Liefde is op die manier de ‘vervulling’ van de wet (13:10) – dit wil zeggen: liefde is hetgeen waar de wet naar verwijst in deze periode van de eschatologische vervulling (13:11-14), en die liefde zijn we altijd verschuldigd.
Eigen vertaling van de overdenking bij 10 februari uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten