Exodus 10; Lukas 13; Job 28; 1 Korinthiërs 14
Een subtiele thematische link verbindt Job 28 en 1 Korinthiërs 14.
Mensen beseffen niet vaak echt hoe zeldzaam ware wijsheid is. Volgens hoofdstuk 28 ziet Job dit wel in. Het hoofdstuk is een poëtische overdenking over dit eigenste thema: ‘Maar de wijsheid – waar wordt zij gevonden, en waar toch is de verblijfplaats van het inzicht?’ (28:12).
Job lijst de plaatsen op waar de wijsheid niet wordt gevonden en besluit, ‘Zij is onttrokken aan het oog van al wat leeft, zelfs voor het gevogelte des hemels is zij verborgen. Het verderf en de dood zeggen: Met onze oren hebben wij haar gerucht vernomen’ (28:21-22; het laatste zinsdeel is in HSV duidelijker weergegeven: ‘Met onze oren hebben wij slechts een gerucht over haar gehoord’).
Waar dan wordt wijsheid gevonden? ‘God kent de weg tot haar, Hij weet haar verblijfplaats. Want Hij schouwt tot de einden der aarde, wat onder de ganse hemel is, ziet Hij’ (28:23-24). En wat is Gods eigen samenvatting? ‘Zie, de vreze des HEREN – dat is wijsheid, en van het kwade te wijken is inzicht’ (28:28).
In de context van het boek Job bewerkt dit hoofdstuk ongetwijfeld diverse zaken. Het doorprikt de pretenties van de ‘vertroosters’ die zichzelf als zo wijs zien. Het toont aan dat Job, ondanks zijn protesten, nog altijd uiterst Godgericht is in heel zijn denken. Zelfs terwijl hij publiekelijk vragen stelt over Gods eerlijkheid in zijn eigen geval, blijft Job erbij dat alle wijsheid uiteindelijk bij God ligt.
Omdat dergelijke wijsheid bovendien onherroepelijk verbonden is met het wijken van het kwaad, toont Job door zijn poëtische uitdrukking dat hij niet alleen de nederigheid van geest bewaart tegenover de Almachtige, maar dat zijn toewijding tot een rechtvaardig leven sterk verbonden is met zijn geloof in Gods wijsheid, met zijn eigen zuivere Godgerichtheid.
Er is natuurlijk geen direct verband tussen deze passage in Job en 1 Korinthiërs 14. Wijsheid is niet specifiek een punt in 1 Korinthiërs 14. Als je niettemin 1 Korinthiërs 14 leest nadat je hebt nagedacht over Job 28, is het moeilijk om niet te zien hoe de wijze raad van Paulus met betrekking tot het gebruik van de genadegaven in de samenkomst in dit grotere beeld past van zuivere Godgerichtheid.
Het eerste deel van 1 Korinthiërs 14 vergelijkt en contrasteert profetie en tongen. Het argument van de apostel is dat het bepalende criterium verstaanbaarheid is. In de achtergrond hoor je de discussie. Sommige christenen in Korinthe houden ervan hun gaven zo tentoon te spreiden dat het onvermijdelijk iemands reputatie bevordert. Maar Paulus benadrukt dat verstaanbaarheid op het spel staat, zowel voor gelovigen als ongelovigen die kunnen aanwezig zijn.
Met andere woorden, goddelijke wijsheid in deze zaak concludeert dat het belang van anderen primeert; dit vereist nederigheid van geest. Het doel is niet een reputatie te verwerven met je geestelijke kracht, maar anderen aan te moedigen tot de conclusie te komen dat God werkelijk aanwezig is (14:25) – en dit vereist verstaanbare communicatie. Zelfs de instructies om tongen te beperken en profetieën te beoordelen, brengen een standpunt aan het licht dat zichzelf verloochent, dat eer brengt aan God en dat ook Godgericht is. Kortom: het is wijs.
Eigen vertaling van de overdenking bij 27 februari uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten