Genesis 33; Markus 4; Esther 9-10; Romeinen 4
De geschiedenis ziet er anders uit in verschillende culturen. Ik bedoel niet simpelweg dat verschillende culturen hetzelfde verleden anders interpreteren (hoewel dit vaak het geval is), maar dat het begrip van wat geschiedenis is kan variëren van cultuur tot cultuur. Ja, zelfs binnen een cultuur zijn er soms concurrerende noties over wat geschiedenis is. Gedurende de voorbije decennia is de kwestie zelfs nog complexer geworden, te wijten aan de opmars van het postmodernisme en zijn innovatieve ideeën met betrekking tot wat geschiedenis is. Hoe belangrijk dit debat ook is, ik wil het hier niet verder voeren. Momenteel probeer ik het grotere beeld te schetsen.
Veel oude Grieken dachten dat de geschiedenis een cirkelbeweging maakte. Dit betekent niet dat elke cyclus zichzelf precies herhaalt, maar dat er een voortdurende herhaling is van patronen, zonder einde, geen ultieme climax, geen telos. Heel wat van het hedendaagse naturalisme denkt dat onze zon uiteindelijk zal uitgebrand zijn, en het leven op aarde aan zijn eind zal komen. Sommigen denken dat het heelal zelf uiteindelijk tot een min of meer vlakke distributie van energie zal vervallen en aan zijn einde komt; anderen denken dat het op een of andere manier zichzelf weer zal verjongen door in elkaar te klappen en opnieuw te exploderen om opnieuw een cyclus te herhalen die een beetje is zoals de huidige.
In de universiteitsdepartementen geschiedenis daarentegen zijn gebeurtenissen op een dergelijke schaal irrelevant. Geschiedenis – of die nu verwijst naar wat gebeurd is of naar onze reconstructie ervan – bestrijkt de periode waarin de mens schrijft. Alles daarvoor is ‘prehistorisch’.
De Bijbel heeft zijn eigen standpunten met betrekking tot geschiedenis, en over sommige ervan is geen onderhandeling mogelijk: als we ze uit het oog verliezen of negeren, kunnen we de Bijbel niet langer verstaan volgens zijn eigen voorwaarden. De Bijbel verhaalt zeker soms ‘wat gebeurd is’ in parabolische termen (vergelijk 2 Sam. 11 en 12), of in uiterst selectieve samenvattingen (bijv. Handelingen 7), of in poëtische vorm (Ps. 78). Maar nog belangrijker: we kunnen de Bijbel niet goed verstaan tenzij we diverse sleutelelementen uit zijn volgorde vatten.
Op de grootste schaal bezien, begint de geschiedenis bij de schepping en eindigt ze bij het ultieme telos, het finale oordeel en de nieuwe hemel en nieuwe aarde. We draaien niet gewoon maar rondjes. In Galaten 3 (zie vol. 1, overdenking voor 27 september), draait de argumentatie van Paulus om het feit dat de Mozaïsche Wet na de beloften aan Abraham kwam. Dit is hier (Romeinen 4) een beetje vergelijkbaar, waar Abrahams geloof hem tot gerechtigheid wordt gerekend nog voor hij besneden was, dus kan de besnijdenis niet tot een voorwaarde voor gerechtigheid gemaakt worden.
Onder Semitische noties van zoonschap wordt Abraham de vader van allen die geloven, besneden of niet (4:1-12). Iets gelijkaardigs kan gezegd worden van Abrahams relatie tot de Wet van Mozes (4:13-17). De volgorde van de Bijbelse geschiedenis is cruciaal.
Eigen vertaling van de overdenking bij 1 februari uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten