donderdag 8 januari 2015

'Nog diezelfde dag brak er een hevige vervolging los tegen de gemeente in Jeruzalem' (Hd. 8)


Genesis 8; Matteüs 8; Ezra 8; Handelingen 8

Ons zicht is beperkt en ons verstaan onvolledig. Slechts zelden ‘lezen’ we de gebeurtenissen rond ons op een werkelijk goede manier. Neem bijvoorbeeld wat er gebeurt onmiddellijk na het martelaarschap van Stefanus (Handelingen 8:1-5). ‘En er ontstond te dien dage een zware vervolging tegen de gemeente te Jeruzalem’ (8:1). Die situatie was waarschijnlijk niet prettig voor de gelovigen die het meemaakten. Niettemin:

(1) ‘[E]n allen werden verstrooid over de streken van Judea en Samaria, met uitzondering van de apostelen’ (8:1). Het was ongetwijfeld gemakkelijker twaalf mannen te verbergen dan de duizenden mensen waaruit de kerk nu bestond. Bovendien: de Twaalven in Jeruzalem houden was hen in het centrum houden, en op die manier konden ze wat overzicht bewaren over de snelle ontwikkelingen.

(2) ‘Zij dan, die verstrooid werden, trokken het land door, het evangelie verkondigende’ (8:4). Dit was het startsein voor veel snellere verspreiding van het evangelie dan wanneer de apostelen op zending waren getrokken terwijl de rest van de kerk was thuis gebleven. Hier zie je een kracht van vele duizenden, met de meesten van hen die eenvoudig ‘het evangelie doorvertellen’, anderen hoogbegaafde evangelisten, verstrooid door vervolging.

(3) ‘En Filippus daalde af naar de stad van Samaria en predikte hun de Christus’ (8:5). Lukas maakt in het boek Handelingen vaak een algemene opmerking waarna hij er een concreet voorbeeld van geeft. In 4:32-36 vertelt Lukas bijvoorbeeld hoe gelovigen regelmatig eigendommen verkochten en de opbrengst in de gemeenschappelijke kas stopten voor hulp aan de armen. Daarna vertelt hij het verhaal van één man in het bijzonder, Jozef - die van de apostelen de bijnaam ‘Barnabas’ kreeg – die precies dit doet.

Dit geeft ons tegelijk een concreet voorbeeld van de algemene trend die Lukas net had beschreven, en introduceert Barnabas (die later een belangrijke speler wordt), die op zijn beurt als tegenhanger fungeert voor Ananias en Saffira, die liegen over de opbrengsten van hun eigen verkoop (Handelingen 5).

Zo evolueert het verhaal verder. Ook hier in Handelingen 8: Lukas beschrijft de verstrooiing van gelovigen en merkt op dat ze het woord van God verkondigden waar ze ook maar kwamen, waarna hij het relaas doet van een specifiek verhaal, dat van Filippus. Hij was een van de zeven mannen die aangewezen was voor het prille ‘diakonaat’ (Handelingen 6); nu wordt hij een strategische evangelist om met het evangelie een van de eerste socio-culturele hordes te nemen: van Joden naar Samaritanen.

(4) ‘En vrome mannen droegen Stefanus ten grave en bedreven grote rouw over hem. En Saulus verwoestte de gemeente, en hij ging het ene huis na het andere binnen en sleurde mannen en vrouwen mede, en hij leverde hen over in de gevangenis’ (8:2-3). Het contrast is verbijsterend. Saulus denkt dat hij Gods werk doet; in werkelijkheid rouwen de echte vromen over de eerste christelijke martelaar die ze begraven. Toch zal deze Saulus in Gods bijzondere voorzienigheid een van de grootste cross-culturele zendelingen aller tijden worden en de menselijke auteur van ongeveer een kwart van het Nieuwe Testament.


Eigen vertaling van de overdenking bij 8 januari uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

1 opmerking: