maandag 12 januari 2015

Laat God God zijn en zijn dienstknechten ‘gewoon’ trouw (Neh. 2 en Hd. 12)

Genesis 13; Matteüs 12; Nehemia 2; Handelingen 12
Het is de moeite waard om de twee laatste van bovenstaande tekstverwijzingen met elkaar te vergelijken (Neh. 2; Handelingen 12:1-19). Achter beide situaties schuilt natuurlijk dezelfde God. In beide situaties krijgt een eenzame dienstknecht van God de uitdaging voor de voeten om Gods volk op te bouwen en te bemoedigen, terwijl hij te maken krijgt met de bijtende tegenstand van een aantal nogal vijandige opdrachtgevers.

Beide mannen zijn in gevaar, deels om politieke redenen, hoewel het gevaar voor Petrus directer is. Beiden zijn onbuigzaam in hun trouw aan de levende God en aan de opdracht waartoe elk van hen is geroepen.

Daarna lopen de verhalen verder uiteen. Eenmaal de koning naar hem geluisterd heeft, bevindt Nehemia zich aan de rijksgrenzen. Hij heeft een bepaald papieren gezag, maar de plaatselijke bevolking is erop gebrand het hem moeilijk te maken. Hij vordert stap voor stap, met wijsheid, hij wint de steun van de lokale Joodse leiders, verzekert de voorraden die nodig zijn voor de herbouw van de muren, en wijst zijn opponenten met al hun foefjes af.

Voor Nehemia zijn er geen wonderen, geen machtige vertoningen van kracht, geen engelen in de nacht. Alleen een grote dosis risicovol en moedig werk.

De situatie van Petrus daarentegen is veel meer beperkend. Hij is gearresteerd en wacht in de gevangenis op zijn terechtstelling. Aangezien Jakobus al om het leven is gebracht, heeft Petrus geen redenen om aan te nemen dat hij wel aan het zwaard van de beul zal ontsnappen. In een vreemde verschijning die hij verkeerdelijk aanziet voor een droom, wordt Petrus gered door een engel; de ketenen vallen af en de deuren gaan vanzelf open.

Eenmaal hij buiten de gevangenismuren staat, komt Petrus bij zinnen en biedt hij zich aan bij het huis van de moeder van Johannes Markus, waar mensen zijn samengekomen om voor hem te bidden. Uiteindelijk raakt hij binnen en na een tijd vertrekt hij ‘naar een andere plaats’ (12:17).

In Petrus’ geval is het een overwinning dat hij aan de dood ontsnapt, en het geloof van de kerk is versterkt door wat er is gebeurd. En het gebeurde allemaal dankzij de wonderlijke tentoonspreiding van de hulp van een engel.

De les van deze radicaal verschillende ervaringen is er een die we steeds opnieuw moeten leren: Gods dienstknechten hebben niet dezelfde gaven, dezelfde taken, hetzelfde succes of dezelfde graad van goddelijke tussenkomst. Het is deels een kwestie van gaven en roeping; het is deels een kwestie van waar we passen binnen de zich ontvouwende heilsplannen van God. Heeft Hij ons bijvoorbeeld geplaatst in een tijd van neergang of van opwekking? Van vervolging of van belangrijke vooruitgang? Laat God God zijn; laten al zijn dienstknechten trouw zijn.


Eigen vertaling van de overdenking bij 12 januari uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten