zaterdag 24 januari 2015

'Maar dit erken ik voor u: dat ik volgens die Weg die zij sekte noemen, op die manier de God van de vaderen dien' (Hd. 24)


Genesis 25; Matteüs 24; Esther 1; Handelingen 24

In de rechtszaak van Paulus voor Felix (Handelingen 24) komt de stadhouder over als een man in een gezagspositie zonder morele visie om doortastend te kunnen handelen. Kortom, hij is een morele slapjanus. Hij vertegenwoordigt ook de vele machtige mensen die wel verontrust worden door het evangelie, en tot op een bepaalde hoogte wel weten dat het waar is, maar toch nooit christen worden.

Merk op:

(1) Te oordelen naar zijn aanpak en retoriek, is Tertullus een redenaar die geoefend is in de Griekse traditie en zodoende goed geplaatst is om de Joodse leiders te vertegenwoordigen in deze grotendeels Hellenistische setting. De aanklacht tegen Paulus voor het ontwijden van de tempel (24:6) is ernstig en kan met de dood bestraft worden.

Wanneer Tertullus Felix aanmoedigt om Paulus ‘in verhoor te nemen’ (24:8), bedoelt hij daar meer mee dan dat Felix een aantal doordringende vragen moet stellen. Romeins ‘verhoor’ van een gevangene betekende zonder ophouden slaan tot de gevangene ‘tot bekentenissen overging’. Romeinse officieren hadden niet het recht om een Romeins staatsburger zoals Paulus te ‘verhoren’, maar een stadhouder zoals Felix kon het ongetwijfeld klaarspelen om zo nu en dan van de regels af te wijken.

(2) Paulus’ antwoord, niet minder hoffelijk dan dat van Tertullus, spreekt de aanklacht van tempelontwijding tegen (24:12-13, 17-18) en biedt een plausibele verklaring voor de oproer door die acties toe te schrijven aan ‘enige Joden uit Asia’ (24:19).

Paulus maakt ook van de gelegenheid gebruik om te bevestigen dat hij een volgeling is van ‘de Weg’ – een prachtige uitdrukking die verwijst naar het eerste-eeuwse christendom en die mogelijk diverse allusies bevat. Het christendom is meer dan een geloofssysteem; het is een manier van leven. Bovendien biedt het een weg naar God, een weg om vergeven en aangenomen te worden door de levende God – en die Weg is Jezus zelf (zoals Johannes 14:6 expliciet stelt).

(3) Paulus benadrukt dat hij gelooft in ‘al hetgeen in de wet en in de profeten geschreven staat’ (24:14). Die uitdrukking maakt de Wet niet tot de hoogste autoriteit, maar benadrukt niettemin dat ‘alles’ wat Paulus gelooft overeenstemt met de Wet. De Wet is dus een cruciale test die wijst naar ‘alles’ wat Paulus gelooft, maar het is niet de essentie van alles wat hij gelooft. Vergelijk Matteüs 5:17-20 en Romeinen 3:21 (zie de overdenking voor 31 januari).

(4) En Felix? Dankzij zijn Joodse vrouw Drusilla (24:24) is hij een beetje vertrouwd met ‘de Weg’ (24:22). Toch vermijdt hij hier te moeten kiezen tussen gerechtigheid en zijn verlangen om Paulus’ tegenstanders tevreden te stemmen, terwijl hij zich beroept op de noodzaak om de overste Lysias te horen.

Het is niet meer dan een uitvlucht. Hij houdt ervan met Paulus te praten en hij is zelfs bang voor zijn boodschap, maar hij stuurt de apostel telkens weer weg op het kritieke moment. Twee jaar lang wordt hij heen en weer geslingerd tussen zijn verlangen zich te bekeren en zijn verlangen naar steekpenningen. Hoe zal Felix deze twee jaren inschatten in de eeuwigheid?


Eigen vertaling van de overdenking bij 24 januari uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten