dinsdag 25 februari 2014

Een halve bekering levert niets goeds op (Lk. 11)


Exodus 8; Lukas 11; Job 25-26; 1 Korinthiërs 12

Een van de meest treffende beelden van wat je een ‘gedeeltelijke bekering’ zou kunnen noemen, vinden we in Lukas 11:24-26. Jezus leert dat wanneer een boze geest van iemand is uitgevaren, die ‘door dorre plaatsen’ gaat ‘om rust te zoeken’ die hij niet vindt – schijnbaar op zoek naar een nieuwe persoon om verblijf in te houden.

Dan overweegt de geest een terugkeer naar zijn vorige verblijfplaats. Bij verkenning blijkt de vroegere verblijfplaats verrassend vacant. De geest verzamelt zeven kompanen die zelfs nog boosaardiger zijn dan hij ‘en zij komen binnen en wonen daar. En het wordt met dien mens in het einde erger dan in het begin’.
Het lijkt erop dat de man bij wie de boze geest werd uitgeworpen, deze geest nooit verving door iets anders. De Heilige Geest nam geen intrek in zijn leven; de man bleef als het ware beschikbaar.

We moeten hier drie lessen uit leren.

Ten eerste komen ‘gedeeltelijke bekeringen’ al te vaak voor. Iemand wordt gedeeltelijk gereinigd. Hij of zij komt net dicht genoeg bij het evangelie en bij het volk van God om een bepaald afwenden van goddeloosheid te krijgen, een beginnend enthousiasme voor heiligheid, een aantrekking tot gerechtigheid.

Maar zoals de persoon die wordt voorgesteld door de rotsachtige bodem in de gelijkenis van de zaaier en de bodems (8:4-15), kan deze persoon aanvankelijk wel de top van de oogst lijken, maar toch niet volhouden. Er is nooit het soort bekering geweest dat de overname aantoont van een individu door de levende God, een heroriëntatie die verbonden is met oprechte bekering en volhardend geloof.

De tweede les volgt: een klein evangelie is een gevaarlijk ding. Het zorgt ervoor dat mensen goed van zichzelf denken, dat ze een zucht van opluchting slaken dat de vreselijkste kwaden zijn verdwenen, dat ze een fijn gevoel krijgen ergens bij te horen. Maar als een persoon niet werkelijk is gerechtvaardigd, wedergeboren en overgebracht van het koninkrijk van de duisternis naar het koninkrijk van de Zoon van Gods liefde, dan kan deze scheut religie weinig meer zijn dan een inenting tegen het ware.

De derde les is een afgeleide. Dit gedeelte is thematisch verbonden met een andere grote lijn in de Schrift. Het kwaad kan nooit eenvoudigweg worden weerstaan – dit wil zeggen: het is nooit genoeg om het boze simpelweg te bevechten, om een demon uit te werpen. Het boze moet vervangen worden door het goede, de boze geest door de Heilige Geest. We moeten ‘het kwade door het goede’ overwinnen (Rom. 12:21).

Het is bijvoorbeeld moeilijk om bitterheid tegenover iemand te overwinnen door het eenvoudige voornemen op te houden met bitter zijn; je moet de bitterheid vervangen door oprechte vergeving en liefde voor die persoon.

Het is moeilijk om begeerte te overwinnen door het eenvoudige voornemen niet meer zo materialistisch te zijn; je moet je affecties richten op een betere schat (vgl. Lukas 12:13-21) en leren om op een wonderlijke en zelfopofferende manier vrijgevig te zijn. Overwin het kwade door het goede.


Eigen vertaling van de overdenking bij 25 februari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten