zaterdag 8 februari 2014

De christen is rechtuit maar niet naïef (Mk. 11)


Genesis 41; Markus 11; Job 7; Romeinen 11
Het gesprek tussen Jezus en enkele van zijn tegenstanders, zoals verhaald in Markus 11:27-33, is een van de vreemdste van de vier evangeliën. Jezus ontwijkt hun cruciale vraag door er zelf een te stellen, een die ze om politieke redenen niet kunnen beantwoorden.

Waarom antwoordt Jezus niet rechtstreeks op de vraag? Klinkt dit niet een klein beetje als crisisdiplomatie, of slechter nog, een kleingeestig manoeuvre om macht of uit eigenbelang?

Aan de ene kant was de vraag van de hogepriesters, de wetgeleerden en leiders volkomen legitiem. Met welk gezag reinigt Jezus de tempelplaats, aanvaardt Hij de lofbetuigingen van ontelbare duizenden als Hij Jeruzalem wordt binnengeleid op een ezel, en predikt Hij met rotsvast vertrouwen? Hij kan niet bogen op de autoriteit van de rabbijnse scholen, ook niet van hen die hoge kerkelijke en politieke posities bekleden. Dus wat voor gezag is dit?

Hoe had Jezus kunnen antwoorden? Zou Hij beweren dat Hij deze dingen gewoon op eigen kracht deed, dan zou Hij aanmatigend en arrogant klinken. Hij kon geen passende aardse autoriteit noemen. Had Hij verklaard dat alles wat Hij zei en deed de woorden en daden van God waren, dan zouden ze een aanklacht voor godslastering kunnen starten. Het is niet voor de hand liggend welk oprecht antwoord Hij had kunnen geven dat hen tegelijk bevredigde en zijn eigen veiligheid garandeerde.

Dus zegt Jezus hen in feite dat Hij hun vraag zal beantwoorden als zij een van zijn vragen willen beantwoorden: ‘De doop van Johannes, was die uit de hemel of uit de mensen? Antwoordt Mij daarop’ (11:30). Zijn gesprekspartners wegen hun mogelijke antwoorden af op basis van politiek opportunisme.

Als ze zeggen ‘Uit de hemel’, zo denken ze, dan zal Hij hen veroordelen omdat ze geen discipelen van Johannes werden. Erger nog, ze kunnen er niet naast kijken dat dit ook een valstrik is voor het antwoord op hun eigen vraag. Want uiteindelijk wees Johannes de Doper naar Jezus.

Als ze erkennen dat Johannes’ dienst een hemelse verankering heeft, en Johannes wijst op Jezus, dan heeft Jezus wel degelijk hun vraag beantwoord; want ook zijn dienst moet dan de goedkeuring van de hemel wegdragen. Maar als ze zeggen ‘Uit de mensen’, dan lijden ze gezichtsverlies bij het volk dat Johannes hoogacht. Dus zeggen ze niets en verliezen ze hun recht op een antwoord van Jezus (11:31).

Twee pastorale implicaties volgen uit dit gesprek.

De eerste is dat sommige mensen niet tot Jezus’ ware identiteit en dienst kunnen doordringen, zelfs wanneer ze indringende vragen lijken te stellen, omdat hun mening in werkelijkheid al vastligt en het enige waar ze echt naar zoeken munitie is om Hem te treffen.

De tweede is dat een wijs antwoord soms een indirect antwoord is dat valstrikken vermijdt en ondertussen de tweeslachtige perversiteit van de gesprekspartner aan het licht brengt. Terwijl christenen normaal duidelijk moeten zijn, mogen we ook nooit naïef zijn.


Eigen vertaling van de overdenking bij 8 februari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten