Exodus 2; Lukas 5; Job 19; 1 Korinthiërs 6In de meest cruciale gebeurtenissen uit de heilsgeschiedenis gaat God tot het uiterste om te verzekeren dat niemand gewoon zou concluderen dat die gebeurtenissen door menselijke volharding of wijsheid tot stand kwamen.
Ze kwamen tot stand door God zelf – op zijn tijd, volgens zijn plan, via zijn middelen, tot zijn heerlijkheid – maar in interactie met zijn volk. Het valt allemaal af te leiden uit Exodus 2:11-25.
Het verslag is kort. Het vertelt ons niet hoe de moeder van Mozes erin slaagde om in hem een diep gevoel van identificatie met zijn eigen volk te bewerken vooraleer hij werd opgevoed in het koninklijke huishouden.
Mogelijk genoot hij verder contact met zijn natuurlijke moeder; mogelijk verdiepte hij zich als jongeman in zijn verleden, en onderzocht hij nauwgezet de toestand en onderwerping van zijn eigen volk.
We maken kennis met Mozes wanneer hij zich al in die mate geïdentificeerd heeft met de Israëlieten in slavernij dat hij bereid is een brute Egyptische opzichter te vermoorden. Wanneer hij ontdekt dat de moord die hij beging algemeen bekend is, moet hij vluchten voor zijn leven.
Toch kun je niet anders dan nadenken over de plaats van deze episode in de verhaallijn die leidt tot Mozes’ leiderschap in de uittocht een paar tientallen jaren later. Door Gods eigen oordeelsdaden zouden veel Egyptenaren dan omkomen. Dus waarom gebruikt God Mozes niet nu, terwijl hij nog een jongeman is, vol vuur en verlangen om te dienen en zijn volk te bevrijden?
Het is gewoon niet Gods manier van doen, niet zijn weg. God wil Mozes zachtmoedigheid en nederigheid leren, hem leren vertrouwen op Gods krachtige en wonderlijke ingrijpen, hem leren wachten op Gods timing.
Hij handelt op een dusdanige manier dat niemand zal kunnen zeggen dat de echte held Mozes is, de grote visionair. Tegen de tijd dat hij tachtig is, wil Mozes niet meer op die manier dienen; hij is niet langer een idealistische, vurige visionair. Hij is een oude man die door God bijna tot gehoorzaamheid moet worden overgehaald (Ex. 3) en zelfs bedreigd (Ex. 4:14). Er is daarom geen andere held dan God, en geen eer behalve dan voor God.
Het hoofdstuk eindigt door het volgende te vermelden: 'de Israëlieten zuchtten nog steeds onder de slavernij en schreeuwden het uit, zodat hun hulpgeroep over de slavernij omhoog steeg tot God. En God hoorde hun klacht en God gedacht aan zijn verbond met Abraham’ (2:23-24).
Dit betekent niet dat God zijn verbond vergeten was. We zagen reeds dat God Jakob expliciet opdroeg naar Egypte te gaan en voorzegde dat God op een dag het verbondsplan zou uitvoeren.
Dezelfde God die deze zaken soeverein regelt en plechtig voorzegt wat Hij zal doen, kiest ervoor om de vervulling van deze beloften tot stand te brengen door persoonlijk om te gaan met zijn verbondsvolk in hun nood, door hun roep te beantwoorden.
Eigen vertaling van de overdenking bij 19 februari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten