zaterdag 15 februari 2014

De Schrift is eenduidig: ga naar Jezus (Lk. 1)


Genesis 48; Lukas 1:39-80; Job 14:1; 1 Korinthiërs 2
Soms brengt slechte theologie reactionaire slechte theologie voort. Omdat het rooms-katholicisme Maria gaandeweg meer titels gaf en mythes toeschreef, hebben protestanten soms gereageerd door het stilzwijgen te bewaren over haar verbazingwekkende karakter. Geen van beide benaderingen houdt goed stand wanneer beproefd door dit gedeelte (Lk. 1:39-80) en een aantal andere waarover we zullen kunnen nadenken.

Katholieken gaven Maria titels als ‘Moeder Gods’ en ‘Koningin van de Hemel’, maar geen daarvan wordt in de Bijbel gevonden. De visie dat Maria onbevlekt werd ontvangen (en daarom zondeloos geboren is), en dat ze, net als Henoch, lichamelijk naar de hemel werd gebracht en daarmee aan de dood ontsnapte, vinden in de Bijbel al evenmin enige basis.

Die laatste visie werd voor de rooms-katholieken niet eerder een dogma dan in 1950. Volgens nieuwsberichten overweegt de huidige Paus [ondertussen dus een vorige Paus, JL] of hij een andere titel zou moeten instellen als iets dat moet worden beleden, een titel die conservatieve katholieken al voor Maria gebruiken, nl. die van ‘Coredemptrix’ [of ‘medeverlosseres, JL].

Maar Lukas’ getuigenis wijst in een andere richting. In Maria’s lofzang (1:46-55), traditioneel de ‘Magnificat’ genoemd (naar het Latijnse woord voor 'maakt groot': ‘Mijn ziel maakt groot [NBV: ‘prijst en looft’] de Here’), zegt Jezus’ moeder dat haar geest zich verblijdt in ‘God, mijn Heiland’ – wat zeker klinkt alsof ze zichzelf beschouwde als iemand die een Redder nodig had, wat vreemd zou zijn voor iemand die onbevlekt was ontvangen.

Een snelle scan van de evangeliën maakt zelfs duidelijk dat Maria tijdens Jezus’ bediening geen speciale toegang had tot haar beroemde zoon, soms de aard van zijn missie niet begreep (bijv. 2:48-50), en nooit iemand hielp een bepaalde gunst van Jezus te verkrijgen die hij of zij ook anders niet kon bekomen.

Het eenduidig getuigenis van de Schrift is zelfs dat mensen tot Jezus moeten gaan: ‘Kom tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven’ (Mt. 11:28). Jezus zegt - niet: ‘Kom tot mijn moeder’.

Hij alleen is de ware Middelaar tussen God en mensen. Niettemin is Maria helemaal prachtig als een voorbeeld van vele deugden (zoals bijvoorbeeld ook Jozef dat is in Genesis 37-50).Ze aanvaardt haar verbazingwekkende rol met onderdanigheid en sereniteit, in acht genomen wat het aanvankelijk aan haar reputatie moet hebben gedaan (1:34-38).

Elisabeth noemt haar tweemaal ‘gezegend’ (1:42, 45), d.w.z. door God goedgekeurd; de bovennatuurlijke erkenning van de superioriteit van Maria’s zoon boven Elisabeths zoon (1:41-45) was ongetwijfeld een van de dingen die Maria in haar hart overwoog (2:19).

Maar geen van deze dingen stijgen Maria naar het hoofd: zijzelf erkent dat haar ‘gezegend’-zijn niet gebaseerd is op intrinsieke superioriteit, maar op Gods (‘de Machtige’) gedenken van haar ‘lage staat’ en zijn keuze om ‘grote dingen’ voor haar te doen (1:48-49).

Haar focus in de ‘Magnificat’ ligt, zoals dit ook voor de onze moet zijn, op de trouw van God in het tot stand brengen van de zo lang beloofde verlossing (1:50-55).


Eigen vertaling van de overdenking bij 15 februari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten