dinsdag 5 mei 2009

Verlangen naar huis

Frank las op de begrafenis van onze grootmoeder nog onderstaand stuk voor, gebaseerd op Max Lucado.

Postduiven zijn bijzondere dieren. Ze zijn in staat om een kleine berichtje op een velletje papier, van hun losplaats naar hun nest te brengen.
Vóór sms en internet bestond waren ze een zeer accurate manier om een boodschap van plaats A naar plaats B te versturen. Postduiven verdwalen nooit. Ze vinden altijd de weg naar huis!

Over de manier waarop ze dat doen is er eigenlijk nog altijd geen echte duidelijkheid. Sommigen zeggen dat het hun mogelijkheid is om electro-magnetische golven te registreren. Die ze dan op een of andere manier als landkaart gebruiken om de weg te vinden. Anderen zeggen dat het te maken heeft met hun reuk. Dat ze hun weg naar huis van waar dan ook, kunnen ruiken. Nog anderen zeggen dat het aan hun gehoor ligt, dat ze frequenties kunnen horen die wij niet kunnen horen.
In elk geval zijn ze in staat om over duizenden kilometers, de weg naar huis terug te vinden.
Ze hebben als het ware een ingebouwde “huis-vind-knop”.

En eigenlijk hebben wij er ook zo één.

We hebben veel gemeen met postduiven. En dan bedoel ik niet hun duivenhersenen. Maar er is iets in ons dat naar “thuis” zoekt. Iedereen heeft een ingebouwd navigatiesysteem, een soort gps, die naar “huis” zoekt. We zijn geboren met een honger naar huis, met een honger naar iets beters, met een honger naar de hemel.

(kijk) De manier waarop God ons naar huis roept is niet met elektromagnetische golven, zoals bij de postduiven. Maar wij mensen zijn gemaakt met de mogelijkheid om vragen te stellen. Vragen over het doel van het leven. Over de bedoeling van het leven. Over relevantie en nut. Deze vragen zijn onze “thuis-vind-knop”. Ze roepen ons op om naar iets beters te zoeken.

We stellen vragen over pijn. We hebben het moeilijk als we pijn zien. We stellen ons vragen over oorlog. We willen niet dat er oorlog is. Waar komt dat verlangen vandaan?
Al die vragen maken duidelijk dat er iets mis is met dit leven. Er moet iets beters zijn. We zijn dus eigenlijk nog niet thuis.

Maar ook over leuke dingen stellen we ons vragen. Hoe is het mogelijk dat hij zo’n mooi schilderij heeft gemaakt? Of, hoe kan het dat ze zo mooi kan zingen? We staren vol verbazing naar de zonsondergang. En voelen ons hart sneller slaan wanneer een baby lacht.
Deze vragen laten ons verlangen naar een volmaakte wereld.

De grote vraag bij onze vragen is: waarom hebben we ze? Waar komen ze vandaan?
De bijbel zegt dat die vragen Gods idee zijn. Dat God “eeuwigheid” in het mensenhart heeft geplant. Ook al kunnen we Gods volledige plan niet van begin tot einde zien.

Onze maker heeft als het ware een “huis vind knop” in ons hart geplaatst. Hij roept naar ons in momenten van vreugde. Hij roept naar ons in moment van verdriet.
En we zullen pas gelukkig zijn als we het nest gevonden hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten