vrijdag 12 oktober 2007

Mozes, man van gebed (deel 4) - verslag lezing

Deel 4 van de lezing door Dato Steenhuis (gegeven op zaterdag 29 september ll. in Menen), over Mozes als man van gebed (reeks: M/V van Gebed). Binnenkort volgt het 5de en tegelijk laatste deel.

Mozes heeft zo dicht bij de Here geleefd, dat hij wist wie de Here was. Wij zijn daar een beetje bang van. Vroeger had ik moeite met “de eisen van God”. Probeer maar eens een voldoende te halen. Het lukte me niet. Je komt weinig mensen tegen die zekerheid kennen. Wat lees je vaak: “Ontslapen in de hope des eeuwigen levens”. In de hoop, niet in de zekerheid. Omdat ze de wet in al zijn hevigheid neerzetten. En als je op 1 punt struikelt, dat weet je, ben je aan alle schuldig.
Daarna kwam ik de Here tegen, in een evangelische hoek. Daar werd de wet nooit voorgelezen. Toen het toch een keer gebeurde was er meteen felle reactie: ‘Hoho, je wilt ons zeker onder de wet brengen? De wet is toch voorbij? Meteen Galaten erbij enz’. Dat spanningsveld heeft Mozes gekend. Dit is er nu nog. Christus is het einde van de wet voor wie gelooft. Maar God is wél ook heilig en goed.

Stel dat de wet een visitekaart van de Here is: hier zijn mijn 10 punten, de 10 punten waar ik voor sta, die ik ben. Kan je er dan iets van afknabbelen? Nee, alles is heilig en alles is goed. Het zijn geweldige uitingen van hoe je de Here mag kennen.
Wat staat er onder meer in?
Ga nu niet dingen van buiten mij begeren. Ook de sabbath: er komt een moment dat die rust er zal zijn, dan schittert de Zoon in al zijn glorie. Dit is meer dan wat mensen er zoal van gemaakt hebben, zoals gewoon een liftknop die je niet mag indrukken op de sabbath. Maar de Here heeft zoveel wonderen op sabbath gedaan, bijna alle wonderen. Maar de Heer is de Heer van de Sabbath.
Nog een gebod: je moet de Heer niet gaan imiteren (geen gesneden beeld maken). Zijn naam ook niet zomaar ergens opplakken en beweren dat het een woord des Heren is, terwijl het gewoon uit je eigen leven komt.

Die Here is ook genadig. Dat voorzag Mozes. Dat er ergens een plaats zou zijn waar de Heer zou zegenen. Ex20: toen de Here zijn wet gaf, “toch heb ik een plaats waar ik kan staan en kan zegenen”. Blijf van het altaar af, want anders ga je het verknallen.
Schitterende samenhang in de Bijbel. De Here heeft een plaats waar Hij kan staan en zegenen.
Mozes maakt dus een kist, met daarop het verzoendeksel. Zo droegen ze de ark van het verbond des Heren. Alleen de stam Levi mocht die kist dragen, en in Zijn naam zegenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten