maandag 1 oktober 2007

Daniël, man van gebed (deel 2) - verslag lezing


Hieronder deel 2 van het verslag van de lezing die Dato Steenhuis gaf over Daniël als man van gebed, in de reeks "M/V van gebed".

Deel 1 van het verslag kun je terugvinden bij de oudere berichten (30 september).


(...)

Daniël maakte geweldige dingen mee in Irak. Er heerste een soort druk van “we mogen niet meer bidden”.
De toenmalige koningen of machthebbers, ondertussen uit Iran afkomstig, waren op zich niet eens echt moeilijk. Maar de omgeving was heel anders: ‘O koning u moet een bevel uitvaardigen dat niemand nog tot enige God mag bidden’. Ze slijmden.
De koning trapt erin. Hij werd gemanipuleerd. Er kwam een gebedsverbod voor 30 dagen.
Daniel gaat naar huis en blijft toch 3 keer per dag het aangezicht van God te zoeken. Ook vandaar probeert de tegenstander ons gemeen van het gebed af te houden. De mensen die dit uiteindelijk uitvaardigen, zij die ons van het gebed willen afhouden, worden ook gekneed door andere machten, gebruikt door anderen.
We hebben soms maar nog net tijd om Here zegen deze spijze te zeggen. We hebben geen tijd meer: druk in gemeente, pastorale zorg, gemeentegroei, muziek, organisatie, programma’s. We hebben geen tijd meer om te bidden.
En ipv speciale avonden is er voetbal of wielrennen. We hebben geen tijd meer.
Je rent naar de tafel, schiet in je auto, bekeuring, enz. Zou de tegenstander vandaag dezelfde zijn als toen? Ondubbelzinnig ja! Het betekent dat we opnieuw onder druk staan. Moeten we dan opnieuw tijd maken om te bidden? Ook “Ja!”
Hoe? De manier waarop is niet wat cruciaal is: Open of gesloten ogen, op de fiets, handen gevouwen, op de parkeerplaats, enz.
Het gaat om in de dag het aangezicht van God te zoeken, bij Hem te komen, ...

Je ziet dit terug in de tabernakel. Het Heilige der heiligen stemt overeen met onze onderlinge bijeenkomst.
In 2Th2:1 wordt gesproken over “onze bijeenvergadering tot Hem. We gaan straks tot Hem. Dat is net hetzelfde als Hebreeën 10, waar geschreven wordt over het feit dat we onze onderlinge bijeenkomsten niet mogen verzuimen. Exact hetzelfde woord wordt er gebruikt. Zullen we dus even binnengaan in het heilige der heiligen? God nodigt ons uit. Dat is het avondoffer, zijn waar de Here woont. Het opheffen van mijn handen als reukoffer.
Moet je dan je handen opheffen? Klaagmuur-scènes ...
In Israel zeggen ze: bidden met je hele verstand, kracht, ziel en lichaam, ... We zijn helemaal op U gericht. Overdreven? Nee hoor, als u een betere methode hebt.
Er moet wel iets in zitten van ‘bij de Here komen’. Is dat het geheim van Daniël? Ja, hij ging naar binnen in de tegenwoordigheid van de Heer, en mocht zien dat de Mensenzoon op aarde herstel brengt.

Daniël zag nog meer. Hij had ook in het boek Jeremia gelezen. Wie doet dat tegenwoordig nog?
U wou groeien? U zocht naar meer, naar een aanraking van Gods geest? Dan is er niets beter dan Jeremia. Lees het maar in Daniël 9.
Daarin stond de belofte van herstel door de Here.
In gebed nemen we de toezeggingen van God aan: Hij heeft het gezegd, U hebt het gezegd.
Daniël deed het nederig: wijzelf hebben geen been om op te staan. Het was niet zo dat hij kloeg over zijn voorouders, wat zij allemaal misdaan hebben, dat zij de oorzaak zijn van de ballingschap. Maar Daniël bekent: ook IK heb gezondigd, we hebben niets om over te roemen, want U hebt alle recht aan uw kant.
De gebedshouding is hier: Here we hebben niets, we kunnen ons nergens op beroemen, maar U bent bijzonder.

Daniël bidt. God maakt hem duidelijk: Ik zal je alles laten zien wat ik heel speciaal voor jouw volk in petto heb, Daniël. Dat is wat Daniël 9 toont. Behalve een overview kreeg Daniël ook de geschiedenis van Israel heel precies voor zich.
Zie de 69e jaarweek van Daniël, of de 70e jaarweek die nog moet komen...
Dit duizelt? Daar heb je soms niets mee; maar Daniël 9 zegt precies hoeveel jaren er moeten verlopen voor de Heer moet omgebracht worden.
Je leert om welke tijd het gaat. Neen, niet precies over welke dag of dagen, maar wel over de periode.
Wie wist deze dingen dan? Deze gebedsman. Zou de Here dit alleen aan verstandigen willen openbaren, aan geleerden van de Bijbel? Aan de verstandigen wil de Here zich bekendmaken. Dit zijn de Maskilim: degenen die van God geleerd zijn.
Zij die geluisterd hebben naar de Onderwijspsalmen, naar Gods onderwijs. Dit is ook voor ons. We hebben daarbij wel de Heilige Geest nodig, en dus geloof in de Heer. Maar als je de Heer kent als je Verlosser en Heer, dan is dit niet te hoog gegrepen voor gewone mensen.

De Heer woont al in gelovigen, maar als er blokkades zijn, dan moeten die wel opgeruimd worden. Als je hiervan niets ervaart, dan kan het dat je blokkades moet opruimen. Dan moet je op je knieën gaan, zodat de Heilige Geest je dingen duidelijk kan maken, en dat zijn deze dingen over de Heer.
Daar schort het als we geen bloei ervaren, als we maar net het hoofd boven water kunnen houden.
De tendens lijkt: als het maar ergens over gaat, maar niet over de Heer. Maar we moeten ons concentreren op wat de Heer wil zeggen.

Daniël zag de hele wereldloop en liet zich niet afbrengen door anderen.
Hij zag de profetische lijn van Israël.
Wil je de geschiedenis van de wereld kennen, dan vergt dit het verstaan van de les uit Daniël 9. Hoe zag Daniël dit dan? Toen hij bad.

Daniël heeft nog gebeden. Aan de rivier trok hij zich terug, helemaal alleen, voor 3 weken. Hij heeft er gezocht, gebeden, geworsteld.
Ik vul nu in: dit gebeurde in de weken dat ze in Jeruzalem feest zouden vieren, dat was alles in de 7e maand. Daniël voelt aan wat er gedurende deze weken onthouden werd aan de Here. De feesten des Heren konden door de ballingschap niet plaatsvinden in Jeruzalem. Alle 3 deze weken was Daniël in verootmoediging voor de Here.
Daniël was betrokken bij wat de Here onthouden werd. Nu hebt U here Uw vreugde gemist. Gebed kan ook daartoe leiden: tot het bewustzijn van “U, o Heer, Uzelf mist uw vreugde. U zou normaal gezien geweldig geprezen zijn, maar dit wordt U onthouden.”

Stel: u denkt aan uw eigen samenkomst. Waar 2 of 3 samen zijn, daar bent u in het midden. De Joden zeiden dat er 10 mensen moesten aanwezig zijn. Abrahams gebed voor Sodom en Gomorra ligt daarvan aan de basis. Toen is Abraham niet verder gegaan dan 10. Uit deze geschiendenis concluderen de Joden: als er 10 mensen aanwezig zijn, dan komen we niet om. Maar de Here zegt vandaag: als er 2 of 3 zijn, is het genoeg.
Maar heel eerlijk: geniet de Here ook als we samenkomen?

Soms is onze (verkeerde) redenering: als ik er niet meer zou zijn, dan stortte het gebouw in. En de muziek is te luid, en de neus van broeder X te krom. En dan is er de drukte in dienst en de moderne liederen, enz. Over dit laatste: geen van de huidige zangbundels bestond ten tijde van de 1e gemeente.
Waar het wél om gaat: hoe zit je in de samenkomst? Al mopperend, iedere keer weer? Elkaar de vliegen afvangen?
Naar wie kijk je op zondag? Aan wie denk je? Gaat het nog om Hem?
Ik zou zo graag willen dat de Here a.s. zondag een feest krijgt. Zoniet: 3 weken retraite, zoals Daniël. Dan moeten we gaan bidden: het spijt me Heer dat er geen jubel meer is voor U.

Er was eens een klooster dat heel slecht zong. Dan kwam er een man die les kon geven, een monnik. Uiteindelijk zongen ze subliem. Maar toen ze zo subliem zongen verscheen er eens een engel. Hij vroeg: zingen jullie nog wel eens, want we horen jullie niet meer?
Wij willen scoren, het gaat om onszelf, zo denken we! Verootmoediging is anders: Daniël 10 toont het - het gaat om Uw glorie, Heer. Dan laat de Heer zichzelf zien, in datzelfde hoofdstuk vermeld.
Daniël durft niet eens opstaan. Een hand raakt hem aan: nu kan ik je gebruiken. Dat is het gebed.
Hoe kom je daar, tot die toestand? Dit heeft de Here geregisseerd. Maar het vraagt dat je een man/vrouw Gods bent, een man/vrouw van gebed.
Is dit alleen voor toen, iets als de stoomlocomotief? Hebben we misschien een nostalgische hang naar vroeger? Het mag. Want toen u voor het eerst vroeg om een aanraking van de Heer, toen deed Hij het toch? Hij kwam. Hij kwam in je wonen en wilde met jou aan de slag. Door de drukte zijn we dat kwijt.

Alles van Daniel blijkt 1 compleet gebedsverhaal, van een man die precies daardoor zoveel zag.
Ook in Ezechiël wordt Daniël vermeld. Als het heel moeilijk is en Job en Daniël bidden voor je, en Noach (zie bijv. Ez.14:14). Daniël was blijkbaar ook in zijn omgeving al als intermediair, als middelaar bekend. Is er vandaag nog iemand die tussenbeide treedt?
Ja, Jezus Christus. Maar toen waren ze er nog: de bidders die zoals Hij tussenbeide traden.

Vraag het Hem: Here, kom ook in mijn leven heersen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten