zondag 18 mei 2014

Verwerp mij niet in de ouderdom (Ps. 71)

Numeri 27; Psalmen 70-71; Jesaja 17-18; 1 Petrus 5

De meeste christenen hebben geluisterd naar getuigenissen die ons vertellen hoe een man of vrouw een leven van vruchteloosheid en openlijke ontaarding leidde, of op zijn minst van stille wanhoop, voor hij of zij christen werd. Oprecht geloof in de Heer Christus bracht een persoonlijke revolutie teweeg: oude gewoonten gingen aan diggelen, nieuwe vrienden en engagementen kwamen, een nieuwe richting die betekenis en zin gaf.

Waar er wanhoop was, is er nu vreugde; waar er onrust heerste, is er nu vrede; waar er angst was, is er nu een bepaalde mate van sereniteit. En sommigen onder ons die werden opgevoed in christelijke gezinnen hebben zich stiekem afgevraagd of het misschien niet beter ware geweest als we tot bekering waren gekomen uit de een of andere rotte achtergrond.

Dit is niet de visie van de psalmist. ‘Want Gij zijt mijn verwachting, Here HERE, mijn vertrouwen van mijn jeugd aan; op U heb ik gesteund van de moederschoot aan’ (Ps. 71:5-6). ‘O God, Gij hebt mij onderwezen van mijn jeugd aan, tot nu toe verkondig ik uw wonderen’ (71:17).

Omwille van deze achtergrond overschouwt de psalmist zelfs rustig de tussenliggende jaren en bidt hij God om aanhoudende genade tot op oudere leeftijd: ‘Verwerp mij niet ten tijde des ouderdoms, begeef mij niet, nu mijn kracht vergaat’ (71:9). ‘Maar ik zal bestendig hopen en al uw lof vermeerderen’ (71:14).

‘Wil mij dan ook tot mijn ouderdom en grijsheid, o God, niet verlaten, totdat ik aan dit geslacht uw arm verkondig, aan ieder die komt, uw sterkte’ (71:18).

Ongetwijfeld gebruikte God specifieke omstandigheden om deze woorden uit de pen van de psalmist te laten voortspruiten. Niettemin is de houding op zich onbetaalbaar.

De meest bedachtzamen van wie zich op latere leeftijd bekeerden wensten dat ze niet zoveel van hun vroege jaren verspild hadden. Nu ze de parel van grote waarde gevonden hebben, hebben ze slechts hierover spijt dat ze hem niet vroeger vonden.

Nog belangrijker, zij die werden opgevoed in godvrezende christelijke gezinnen zijn vanaf hun jeugd gedrenkt in de Schrift. Er is genoeg uit de schrift en in de persoonlijke ervaring om hen de verdorvenheid van hun eigen harten te tonen; ze hoeven geen sociopaten te zijn om te ontdekken wat verdorvenheid betekent.

Ze zullen voldoende beschaamd zijn over de zonden die ze hebben begaan, ondanks hun achtergrond, dat ze in plaats van te wensen dat ze een nog slechtere achtergrond hadden (!), ze soms beschaamd het hoofd buigen dat ze zo weinig hebben aangevangen met hun voorrechten, en ze erkennen openlijk dat er buiten Gods genade om, geen misdaad of zonde bestaat waarin ze niet konden zinken.

Het is verreweg het beste, om dankbaar te zijn voor een goddelijke erfenis en God zelf om genade te bidden die je ook doorheen je oude dag zal bewaren.


Eigen vertaling van de overdenking bij 18 mei uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten