Genesis 8; Matteüs 8; Ezra 8; Handelingen 8
Waarom vindt Jezus het geloof van de hoofdman (Romeins centurio) zo verwonderlijk (Mat. 8:5-13)? De hoofdman verzekert Jezus dat het wat hem betreft onnodig is dat de Meester zijn huis bezoekt om de verlamde knecht te genezen.
Hij begrijpt dat Jezus slechts een woord hoeft te spreken en de knecht zal gezond worden. ‘Want’ zo legt de centurion uit ‘ik ben zelf een ondergeschikte met soldaten onder mij, en ik zeg tot de één: Ga heen, en hij gaat heen, en tot een ander: Kom, en hij komt, en tot mijn slaaf: Doe dit, en hij doet het’ (Mat. 8:9). Waarom is dit bewijs van geloof zo verbazingwekkend?
Drie elementen vallen op.
Het eerste is dat de centurion, in een tijd van niet weinig bijgeloof, geloofde dat Jezus’ genezende kracht niet lag in hocus pocus, of zelfs in zijn persoonlijke aanwezigheid, maar in zijn woord. Het was niet noodzakelijk voor Jezus om de knecht aan te raken of te behandelen of zelfs maar aanwezig te zijn; Hij moest slechts het woord spreken en het zou gebeuren.
Het tweede is dat hij tot dergelijke vertrouwensvolle uitspraken kwam ondanks het feit dat hij niet gepokt en gemazeld was in de Schrift. Hij was een heiden. Hoeveel hij van de Schrift begreep kunnen we niet zeggen, maar het was zeker minder dan veel van de geleerden in Israël. Toch was zijn geloof zuiverder, eenvoudiger, diepgaander en meer Christusverheerlijkend dan het hunne.
Het derde verbazingwekkende element in het geloof van deze man is de analogie die hij maakt. Hij erkent dat hij zelf een man onder gezag is, en daarom bezit hij autoriteit wanneer hij spreekt in de context van die relatie.
Wanneer hij een Romeins soldaat onder zijn bevel opdraagt om te komen of te gaan of iets te doen, dan spreekt hij niet louter van de ene man tot een andere man. De centurion spreekt met de autoriteit van zijn hogere officier, de tribuun, die uiteindelijk op zijn beurt spreekt met de autoriteit van Caesar, met de autoriteit van het machtige Romeinse Rijk.
Die autoriteit, dit gezag hoort bij de centurion, niet omdat hij in feite in elk opzicht even machtig is als Caesar, maar omdat hij een man onder gezag is: de commandostructuur betekent dat wanneer de hoofdman spreekt tot een soldaat van het voetvolk, Rome spreekt.
Impliciet geeft de hoofdman dus aan dat hij in Jezus een vergelijkbare relatie ziet: Jezus staat zo in relatie tot God en onder Gods gezag, dat wanneer Jezus spreekt, God spreekt. De hoofdman sprak natuurlijk niet vanuit het kader van een doorwrochte christelijke leer omtrent Christus, maar de ogen van het geloof hadden hem in staat gesteld om inderdaad heel diep door te dringen.
Dit is het geloof dat wij nodig hebben. Het vertrouwt op Jezus’ woord, weerspiegelt een eenvoudige diepgang en gelooft dat wanneer Jezus spreekt, God spreekt.
Eigen vertaling van de overdenking bij 8 januari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten