dinsdag 18 september 2012

'Breng de jongeman Absalom terug' (2 Sam. 14)


2 Samuël 14, 2 Korinthiërs 7, Ezechiël 21, Psalm 68
Wat is zonde toch een bedrieglijk ding. De motieven en manipulaties ervan zijn gecompliceerd en verdorven.

Aan de ene kant is het verslag van 2 Samuel 14 behoorlijk eenvoudig. Aan de andere kant zit het vol met ironieën die tot nadenken stemmen.

David kiest de slechtst mogelijke weg. Ten eerste kan hij Absalom niet eenvoudigweg vergeven, want dat zou eigenlijk gelijkstaan met toegeven dat hij, David zelf, doortastender had moeten optreden tegenover Amnon. Aan de andere kant kan David er zichzelf niet toe bewegen om Absalom resoluut te bannen, dus beweent hij hem in het geheim.

Na Joabs list met de ‘wijze vrouw’ (14:2), besluit hij Absalom terug te brengen. Zelfs hier is hij echter besluiteloos. Als hij Absalom terug zal toelaten tot het land en de hoofdstad, waarom sluit hij hem dan uit van ontmoetingen met David – en daarmee verbonden van familiebijeenkomsten en dergelijke? Tegen het eind van het hoofdstuk is er een verzoening. Maar tegen welke prijs? De problemen zijn niet opgelost, maar slechts onder tafel geveegd.

Aan de andere kant, als David dan vastbesloten is om zijn zoon te vergeven, waarom laat hij hem dan voor een aantal jaren in onzekerheid? In welke mate vormt deze behandeling door zijn eigen vader de voedingsbodem voor de rebellie die beschreven wordt in het volgende hoofdstuk?

Er zit ook niet weinig ironie in het feit dat de man die David overtuigt door middel van deze ‘wijze vrouw’ om Absalom terug te brengen, net de man is die David had moeten straffen jaren daarvoor (zie de overdenking van 9 september). Had David Joab toen gestraft, waar zou hij dan geweest zijn op dit punt? Waarschijnlijk niet bezig met het manipuleren van de raadgevers en verzoekers van de koning.

Op het eerste gezicht is Absalom bereid om zich buitengewone moeite te getroosten om op audiëntie te mogen komen bij Joab en uiteindelijk de goedgunstigheid van de koning terug te krijgen. Iemands gersteoogst in brand steken is een behoorlijk grote stap (14:29-32). Maar ondanks zijn verregaande inzet om opnieuw toegelaten te worden tot het hof en tot de tegenwoordigheid van de koning, zal het niet lang duren eer Absalom probeert om zich meester te maken van de troon (hoofdstuk 15).

Dit is de opperste ironie. Na al die inspanningen wordt Absalom uiteindelijk toegelaten tot de tegenwoordigheid van de koning: ‘hij kwam bij de koning, boog zich voor hem, voor de koning, met het aangezicht ter aarde; en de koning kuste Absalom’ (14:33).

Hij had bekomen wat hij wilde. Dus wat voor machtshongerige wrok is het die de aanzet vormt tot de valse opstand uit het volgende hoofdstuk? Mensen die het hele verhaal volgden, zullen niet alleen de nabije oorzaken voor de rebellie bemerken, de verstaanbare verbanden binnen alle persoonlijke mislukkingen die de aanleiding vormden tot het vreselijke einde. Ze zullen zich ook herinneren dat God zelf had voorspeld, als een zaak van gerechtelijke straf voor David omwille van de kwestie met Batseba en Uria, dat Hij onheil over hem zou brengen van iemand uit zijn eigen gezin.


Eigen vertaling van de overdenking bij 18 september uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten