2 Samuël 24, Galaten 4, Ezechiël 31, Psalm 79Galaten 4 bevat een aantal gedeeltes die ervoor gezorgd hebben dat christenen zich lange tijd hebben afgevraagd hoe Paulus de geschiedenis van Israël precies ziet – in het bijzonder de zogenaamde ‘beeldspraak’ van 4:21-31. Ze vragen heel wat aandacht.
Ingebed in het midden van het hoofdstuk staan echter twee korte paragrafen die heel wat tonen van het hart van de apostel (4:12-20), hoewel je er makkelijk overheen leest.
(1) De eerste (4:12-16) toont hoe de apostel pleit bij de Galaten. Hij benadrukt dat zijn sterke taal tegenover hen niets te maken heeft met persoonlijke pijn: ‘U hebt mij in geen enkel opzicht onrecht aangedaan’ (4:12, HSV). Hij herinnert hen er zelfs aan dat het begin van hun wederzijdse relatie een verbondenheid bewerkte die Paulus nooit zou kunnen verbreken. Hij kwam de eerste maal bij hen, zegt hij, omdat hij ‘ziek geworden was’ (4:13).
We kunnen niet met zekerheid zeggen waar het om ging. Misschien is de beste suggestie (hoewel het niet meer is dan dit), dat Paulus met het schip aankwam op de zuidkust van wat nu Turkije is, en dat hij bij zijn dienst daar besmet werd met malaria of een of andere subtropische ziekte. De beste oplossing in die tijd was om dan naar hoger gelegen streken te reizen – naar de regio van de Galaten.
Daar vond Paulus een opmerkelijk behulpzaam en gastvrij volk. Terwijl hij het evangelie tot hen predikte, behandelden ze hem als ware hij ‘een bode Gods’ (4:14; HSV: ‘een engel van God’). Hoe zou Paulus hen dan kunnen laten vallen of afschrijven? Maar spijtig genoeg was hun vreugde verdwenen. Ze waren zodanig gecharmeerd door de vreemde visie van de opruiers, dat ze Paulus als een vijand beschouwen omdat hij hen de waarheid vertelt (4:16).
Hier zie je dan een apostel die van dichtbij betrokken is bij de levens van de mensen tot wie hij predikt, bereid en gretig om met hen uit de complexe geschiedenis van hun relaties te geraken, maar niet bereid om compromissen te sluiten met de waarheid om de scherpe randjes in hun relaties weer weg te werken. Bij Paulus moet zuiverheid in de leer blijven staan naast zuiverheid in relaties; ze mogen niet tegen elkaar uitgespeeld worden.
(2) Paulus bespeurt een verregaande zwakte in het karakter van de Galaten en legt er vriendelijk de vinger op: ze houden van ijverige mensen, zeker van mensen die hen met ijver omringen, zonder zich goed af te vragen in welke richting die ijver gaat (4:17-20). Paulus waarschuwt: ‘Het is goed als u zich inspant, maar doe het dan ook voor de goede zaak’ (4:18, NBV). In de onmogelijkheid om te communiceren via telefoon of e-mail en dus zonder recente update, is de apostel onzeker over hoe hij best verdergaat. Moet hij deze vermaning verderzetten? Moet hij nu zijn toon veranderen en hen het hof maken? Hij voelt zich als een moeder die voor een tweede keer door de pijn van een bevalling moet, om het kind opnieuw te laten geboren worden dat ze eigenlijk al ter wereld bracht.
Zouden hedendaagse voorgangers en leiders minder zorg aan de dag moeten leggen voor hen over wie ze verantwoordelijk zijn wanneer die afdwalen?
Eigen vertaling van de overdenking bij 28 september uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten