vrijdag 25 oktober 2013

Maar de vorst van het koninkrijk der Perzen stond eenentwintig dagen tegenover mij (Dan. 10)

2 Koningen 6; 1 Timotheüs 3; Daniël 10; Psalmen 119:1-24
De laatste drie hoofdstukken van Daniël zijn grotendeels gewijd aan het finale gezicht, een visioen van een hemelse boodschapper en zijn openbaring (Dan. 10:1-12:13). Dit hoofdstuk (Dan. 10) bepaalt de setting.

We schrijven 537 v.C. De eerste groep ballingen is teruggekeerd naar Jeruzalem. De herinnering dat Daniël de naam Beltesassar kreeg toegewezen, en de vermelding van Kores, verbinden dit hoofdstuk met 1:7; 21.

De setting bevat diverse opmerkelijke kenmerken:

(1) De hemelse boodschapper is schitterender dan Gabriël en machtiger dan Michaël (de enige engelen die in de Schrift met naam worden genoemd) en heeft kracht om Daniël te sterken.

(2) In plaats van opgewonden te zijn door de ervaring, is Daniël er zo door geraakt dat hij zijn fut en spraak en bewustzijn verliest zodat hij drie keer terug moet opgewekt worden door de bezoeker van God. Vgl. Deut. 5:26; Hd. 9:8 en 22:11.

Over dit alles schrijft Joyce Baldwin: ‘het is een heilzame herinnering aan de majesteit van onze God en aan het wonderlijke neerbuigen van de incarnatie’.

(3) Daniël is een man die door God wordt hoog geacht (10:11, 19). De gedachte is opzienbarend. Welke ernstige christen zou niet alles geven voor een vergelijkbare lofbetuiging? Leert Jezus eigenlijk niet dat we moeten streven naar de ‘Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf!’ (Mt. 25:21)?

(4) De drie weken oponthoud (10:12-14) onthullen strijd in de hemelse gewesten. De vorst van het Perzische koninkrijk is blijkbaar een of ander engelenwezen dat verbonden is met Perzië; een zelfde verhaal voor de vorst van Griekenland (10:20).

Michaël, ‘een der voornaamste vorsten’ (10:13) is ‘uw [d.i. Israëls] vorst’ (10:21). De hiërarchie van engelenwezens wordt niet bepaald door de relaties van hun aardse tegenpolen. Zoals er oorlog is tussen goed en kwaad op aarde, zo is er oorlog in de hemel.

Net zoals de waarneming van aardse mensen en machten ons, als we niet opletten, zou kunnen doen besluiten dat God niet echt de touwtjes in handen heeft, zo heeft deze vertraging in de acties van de engelen onoplettende mensen doen besluiten dat God ook niet echt de touwtjes in handen heeft in de hemel – aangezien er duidelijk rampen zijn waar we ons normaal niet van bewust zijn.

Maar dit is een conclusie trekken die de Schrift duidelijk niet onderschrijft. Nebukadnessar heeft de les goed geleerd: God ‘doet naar zijn wil met het heer des hemels en de bewoners der aarde’ (Dan. 4:35, cursief toegevoegd).

Er is een vreselijke oorlog aan de gang, maar die vindt plaats onder Gods soevereiniteit; in zijn bevestiging van Gods volkomen heerschappij, benadrukt de tekst ‘Ja, alle bewoners der aarde worden als niets geacht … en niemand is er, die zijn hand kan weerhouden’ (4:35). Dus is er ruimte voor strijd, vastbeslotenheid en doorzetting – en voor geloof en volkomen vertrouwen.


Eigen vertaling van de overdenking bij 25 oktober uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten