1 Koningen 12; Filippenzen 3; Ezechiël 42; Psalm 94De beschrijving van de tempel (Ez. 41) wordt gevolgd door een beschrijving van de kamers die voorbehouden waren aan de priesters (Ez. 42). Maar ik zal de discussie van gisteren nog wat verder zetten en kort nog twee bijkomende manieren bespreken hoe deze hoofdstukken uitgelegd worden.
(3) Veel oudere commentatoren betogen dat de hoofdstukken 40-48 duidelijke symbolen zijn van wat vervuld is in de christelijke kerk. Er zit een bepaalde waarheid in deze visie. Ze wordt nog verder versterkt wanneer je ziet dat bijvoorbeeld Johannes’ gezicht van de heilige stad in Openbaring in grote mate afgeleid is van de taal van Ezechiël. Maar de zelfde passages in Openbaring betekenen ook de zwakte van deze uitleg.
Wanneer Johannes de taal van Ezechië gebruikt (of van Daniël of een andere Oudtestamentische auteur), dan zet hij die regelmatig om, of neemt er de woorden en zinnen van over zonder die precies op dezelfde manier te gebruiken.
Hoewel Johannes’ beschrijving van de heilige stad in grote mate gebaseerd is op Ezechiël, heeft de stad van Johannes geen tempel, want de Here God en het Lam zijn haar tempel (Opb. 21:1-22:5). In die zin is Openbaring geen directe en onmiddellijke vervulling van een reeks symbolen.
(4) Het is beter, maar ook complexer, om deze hoofdstukken te zien als behorend bij de grensgevallen van apocalyptische literatuur en typologie. Het symbolisme bevat numerieke kenmerken; haar toekomstgerichtheid komt niet louter voort uit verbale voorzegging of simplistisch symbolisme, maar uit structuren of patronen en gebeurtenissen die vooruitwijzen.
We hebben al glimpen opgevangen van dit soort dingen in de hoofdstukken 38-39, waar de eindstrijd afgebeeld wordt, wanneer God soeverein in beweging komt om al zijn vijanden te vernietigen.
Lezen we de hoofdstukken 40-48 op die manier, dan hebben ze betrekking op de messiaanse toekomst, maar in de symbolische bewoordingen van Ezechiëls tegenwoordige tijd.
De tempel is een soort uitvoering of incarnatie van de tegenwoordigheid en zegen van God in de tijd waarnaar vrome Israëlieten verlangden. Volgens deze visie zijn onder andere dit de theologische thema’s en pastorale vertroostingen van deze hoofdstukken:
(a) Gods tegenwoordigheid blijft permanent als de bron van alle zegening.
(b) Gods volk wordt volkomen hersteld, de volmaaktheid van zijn plan en van hun ervaring is terug te vinden in de volmaaktheid in de symmetrie van het gebouw.
(c) Omdat God volmaakt aanwezig is, vloeit volheid van leven en vruchtbaarheid voort vanuit Gods tegenwoordigheid naar alle dorre plaatsen op aarde. Dit is een getransformeerd universum.
(d) De aanbidding van God staat centraal, en wordt precies uitgevoerd zoals God het vereist.
(e) Recht en gerechtigheid zijn aan de orde van de dag, wat wordt gezien in de volmaakte verdeling van land en verantwoordelijkheden.
Indien dit grotendeels correct is, ligt de ultieme hoop aan het einde van de geschiedenis – maar dit einde is al de geschiedenis zelf binnengekomen, in deze laatste dagen. De eindvervulling is er nog niet, maar het koninkrijk gloort al.
Eigen vertaling van de overdenking bij 9 oktober uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten