2 Koningen 7; 1 Timotheüs 4; Daniël 11; Psalm 119:25-48
De eigenlijke inhoud van het gezicht dat de hemelse boodschapper voor Daniël onthult beslaat Daniël 11 en het eerste deel van Daniël 12. Alhoewel de betekenis van veel van de details zich niet gemakkelijk laat achterhalen, zijn de belangrijke redeneringen nogal duidelijk.
Het Perzische rijk is in beeld in 11:2. Het standpunt van het gezicht, volgens 10:1, is de regering van Kores. Wie zijn de andere vier koningen? Het Perzische rijk hield nog twee eeuwen langer stand en bracht negen koningen voort (waarbij we geen rekening houden met overheersers tussen Cambyses en Darius 1). Zijn de vier de meest prominente? Degenen die vermeld worden in de Schrift (Kores, Darius, Xerxes [=Ahasveros], Artaxerxes? We weten het niet.
De Griekse veroveraar (11:3-4) is Alexander de Grote, en de vier koninkrijken waarin zijn rijk uiteenviel werden al vermeld (Daniël 8, zie de overdenking van 23 oktober). De lopende gevechten tussen de koning van het zuiden (de Ptolemaeërs) en de koning van het noorden (de Seleuciden) zorgden dat de Joden tussen de twee geprangd zaten. Uiteindelijk overwon het noorden (11:5-20).
Degene die de afperser (of belastinginner) uitstuurt wordt bijna overal gezien als Seleucus IV, die stierf in 175 v.C. De ‘verachte man’ (11:21-39 [of mogelijk 21-45]) is ongetwijfeld Antiochus IV Epiphanes, een Seleucidische monarch die we al eerder tegenkwamen (23 oktober).
Lezers van dit boek die van geschiedenis houden zouden Josephus en Maccabeeën I en II moeten lezen, en hedendaagse reconstructies van de dramatische gebeurtenissen uit die periode. Er is hier geen plaats om die turbulente geschiedenis te overschouwen. Maar we moeten ons afvragen waarom de Schrift er zoveel ruimte aan besteedt. Vanuit bepaalde oogpunten was Antiochus IV Epiphanes niet erg belangrijk. Dus waarom al die aandacht?
Er zijn minstens twee redenen. Ten eerste probeerde Antiochus op een bepaald vlak iets nieuws en uiterst zondig. De onderdrukking waaronder de Joden tot op dit punt leden was verscheiden, maar was niet als dit. De oude Egyptenaren hadden hen tot slaven gemaakt, maar probeerden niet om hen hun eigen godsdienst op te leggen.
Tijdens de periode van de Richteren liepen de Israëlieten voortdurend achter heidense goden; toen de heidenen overwonnen legden ze belastingen op en wrede onderdrukking, maar geen ideologie. Met uitzondering van een kort experiment door Nebukadnessar (Dan. 3) legden Assyrië en Babylon geen gedwongen polytheïsme op.
Maar hier komen we dan Antiochus IV Epiphanes tegen: hij stelt het Israëlitisch geloof buiten de wet en doodt iedereen die met wat voor deel van de Torah ook in zijn bezit wordt gevonden, terwijl hij met militaire macht en onderdrukking een heidense wereldvisie oplegt. Het volk lijdt, en uiteindelijk is het God die hen redt.
Ten tweede wordt deze gewelddadige periode in de geschiedenis canoniek een model, een type van ideologische onderdrukking, lijden en martelaarschap gericht tegen de kerk. Welke Nieuwtestamentische passages zijn hiervan een weerspiegeling?
Eigen vertaling van de overdenking bij 26 oktober uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten