1 Koningen 17, Kolossenzen 4, Ezechiël 47, Psalm 103Hier en daar vangen we in het Nieuwe Testament plots een glimp op van groepen christen mensen. Romeinen 16 biedt ons een dergelijke snapshot, en Kolossenzen 4:7-18 toont ons een andere. De mannen en vrouwen die kort voorgesteld worden leefden volledige, complexe en onderling verbonden levens, waarover we bijna niets weten. Maar ze zijn onze broers en zusters in Christus; ze kregen te maken met vervolgingen, overwonnen uitdagingen, kweten zich van heel diverse taken, en speelden hun rol in verschillende geledingen van de maatschappij. De glimpen die ons hier worden gegeven vuren onze verbeelding aan; onze vollere nieuwsgierigheid zal pas in de hemel bevredigd worden.
Een paar opmerkingen kunnen een aanwijzing zijn voor een aantal dingen die we kunnen leren van de informatie die Paulus ons in zijn brief biedt.
(1) Paulus had een team van mensen die met hem werkten. Een van hun taken was heen en weer reizen tussen waar Paulus ook was en de kerken waarvoor hij zich verantwoordelijk voelde. Leggen we Paulus’ brieven naast Handelingen, dan is het vaak mogelijk om iets van hun voortdurende reizen in kaart te brengen. Hier zendt Paulus Tychikus naar de Kolossenzen met uitgesproken pastorale bedoelingen (4:7-8)
(2) De ‘Markus’ van 4:10 is bijna zeker Johannes Markus, en de auteur van het tweede Evangelie. Hier wordt hij geïdentificeerd als een verwant van Barnabas. Dit kan deels een verklaring zijn voor het dispuut tussen Barnabas en Paulus, of Markus een tweede kans zou moeten krijgen nadat hij zich terugtrok uit de eerste zendingsexpeditie (Handelingen 13:5, 13; 15:37-40). Zeker tegen het einde van Paulus’ dienst was Markus hersteld in de ogen van de apostel (2 Tim. 4:11).
(3) Onder Paulus’ medewerkers bevonden zich vaak zowel Joden als heidenen (4:11). Je hebt niet veel verbeelding nodig om je de uitdagingen en spanningen voor te stellen, net als de zegeningen en rijkdommen, die deze regeling met zich bracht.
(4) Epafras verschijnt als een geweldig model. Hij wordt de gelovigen in Kolosse voorgesteld als ‘die altijd voor u strijdt in de gebeden’. Wat hij bovenal bidt, is dat ze mogen vaststaan ‘volmaakt en volkomen’, ‘in heel de wil van God’ (4:12). Hoezeer heeft de gemeente van Christus vandaag gebedsstrijders nodig met een vergelijkbare focus!
(5) De ‘Lucas’ die vermeld wordt in 4:14 is bijna zeker de auteur van het Lucasevangelie en van Handelingen, en een heiden (aangezien hij in het heidens deel staat van deze opsomming, 4:11 e.v.). Dit maakt van hem de enige heidense schrijver van een Nieuwtestamentisch document. Demas wordt in één en dezelfde adem genoemd, maar hij is waarschijnlijk dezelfde die uiteindelijk de zending en het evangelie vaarwel zegt (2 Tim. 4:10). Een goed begin garandeert geen goed einde.
(6) Gemeentes in de eerste eeuw hadden geen eigen gebouwen. Gelovigen kwamen regelmatig bijeen in de huizen van hun rijkere leden. Nymfa uit Laodicea is een van de rijkere vrouwen uit een rijke stad, en de gemeente kwam bijeen in haar huis (4:15).
Eigen vertaling van de overdenking bij 14 oktober uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten