Exodus 27; Johannes 6; Spreuken 3; Galaten 2
Spreuken 3 bevat diverse bekende passages.
Veel christenen hebben al gehoord dat ze niet wijs mogen zijn in eigen ogen (3:7).
Het gedeelte dat de tuchtiging van gelovigen door de Heer vergelijkt met de tucht van een vader tegenover zijn zoon in wie hij zich verheugt (3:11-12) duikt later weer op in het Nieuwe Testament (Heb. 12:5-6).
Opgroeiend in een christelijk gezin is mij vaak gezegd ‘Welzalig de mens die wijsheid vindt, de mens die verstandigheid verkrijgt … Zij (de wijsheid, noot van de auteur) is kostbaarder dan koralen, al wat gij kunt begeren, kan haar niet evenaren (3:13, 15). Wijsheid is ofwel Gods plan of het gepersonaliseerde middel om de volledige geschapen orde vast te stellen (3:19-20).
Maar de eerste plaats zou moeten gaan naar 3:5-6, een passage die ingekaderd aan veel muren hangt en door vele generaties zondagschoolstudenten uit het hoofd geleerd werd: ‘Vertrouw op de HERE met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken’.
Merk op:
(1) Het eerste deel van deze vertrouwde tekst valt de onafhankelijkheid aan bij de wortel van alle zonde. Ons eigen inzicht is onvoldoende en vaak vervormd. Het enige rechte pad is dat je de Here vertrouwt. Dergelijk vertrouwen in de Heer is niet een etherisch subjectivisme; het is een soort levenslange toewijding (‘met uw ganse hart’ zegt Salomo) die zelfzuchtige gezichtspunten achterwege laat en ze inruilt voor de gezichtspunten van de Heer.
In de context van Bijbels geloof betekent dit dat je leert en weet wat de wil van de Heer is, en die wil gehoorzaamt, ongeacht of het nu ‘populair’ is om dit te doen of niet. Verre van een oproep te zijn voor subjectieve leiding, brengt dit vertrouwen van de Heer met je hele hart, met zich mee dat je nadenkt over Gods woord, dit woord in je hart bergt, en leert te denken zoals God denkt – precies zo dat je niet op je eigen inzicht vertrouwt.
Jozua heeft deze les moeten leren aan het begin van zijn leiderschap (Joz. 1:6-9). Van de koningen van Israël werd verwacht dat ze dit zouden leren (Deut. 17:18-20), maar het gebeurde zelden.
(2) De tweede strofe, ‘Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken’ vereist meer dan dat we erkennen dat God bestaat en dat Hij voorzienig regeert, of iets dergelijks. Het betekent dat we Hem zodanig erkennen dat zijn wegen en wetten en karakter onze keuzes vormgeven en onze levens besturen. Dan kennen we Hem in al onze wegen – niet uitsluitend in een bepaalde nauwe religieuze sfeer, maar in alle dimensies van ons leven. Het alternatief is Hem verwerpen.
Zo loopt de tweede strofe grotendeels parallel met de eerste. Het resultaat is een rechte koers, bestuurd door God zelf.
Eigen vertaling van de overdenking bij 16 maart uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten