Exodus 24; Johannes 3; Job 42; 2 Korinthiërs 12
Drie gedachten over Job 42:
(a) Jobs antwoord aan de Heer (42:1-6) is niet ‘Nu begrijp ik het. Nu heb ik het verstaan’, maar een diep berouw. Hij vat Gods argument tegenover hem zelfs terug samen: ‘Wie is het toch’, zegt U ‘die het raadsbesluit omsluiert zonder verstand?’ (42:3). Zonder een spoor van zelfrechtvaardiging, antwoordt Job ‘Daarom: ik verkondigde, zonder inzicht, dingen, mij te wonderbaar en die ik niet begreep’ (42:3). Job is nu zeker dat in de finale balans geen van Gods plannen verijdeld kunnen worden (42:2).
In feite heeft God nu met woorden zoveel van zichzelf geopenbaard dat Job zijn huidige visie op God contrasteert met wat hij slechts over Hem had vernomen in het verleden – wat ons er natuurlijk aan herinnert hoe God ons vaak in de Schrift vergunt om Hem ‘geopenbaard’ te zien met woorden.
‘Daarom herroep ik en doe boete in stof en as’ (42:6). Dit is niet zeggen dat de drie vrienden het uiteindelijk juist hadden. Job geeft hier niet toe dat zijn lijden duidelijk voortkomt uit aanzienlijke verborgen schuld, maar hij geeft wel toe schuldig te zijn aan het feit dat hij van God een grondige uitleg eiste.
(b) De drie vrienden krijgen alleen vergeving voor alle verkeerde dingen die ze over God gezegd hebben dankzij Jobs voorbede (42:7-9). Dit past uitermate goed bij de overtreding: ze hebben Job veroordeeld, maar alleen Jobs gebeden zullen voldoen voor hun eigen vergeving. Wat ze over God verkeerd gezegd hebben (42:7, 8) kan enkel gaan over hun simplistische verdienstetheologie, van met gelijke munt betaald zetten. Zij hebben geen mysterie en grootsheid toegelaten; impliciet hebben ze ook geen genade toegelaten.
(c) Het drama eindigt met een grondige rechtvaardiging van Job. Zijn rijkdom wordt hem teruggeschonken (en verdubbeld), hij krijgt een nieuw gezin, en alle eer die hij vroeger bezat wordt hem teruggegeven en nog vergroot.
Heel wat hedendaagse critici vinden dit kletspraat, of zelfs een tweede einde dat op een of andere manier werd toegevoegd door een dwaze redacteur aan een meer genuanceerd boek. Dergelijk scepticisme is uiterst verkeerd. Een van de punten van het boek is dat het volk van God op het einde wordt vrijgesproken. God is rechtvaardig.
Op vergelijkbare manier wordt van christenen niet verwacht dat ze lijden zullen aanvaarden zonder vrijspraak, of dood en zelfverloochening zonder de belofte van de hemel. Het kwade kan nu misschien mysterieus zijn, maar het zal niet overwinnen.
We zijn geen geestelijke masochisten die alleen vervulling kunnen vinden bij lijden. Als er een betekenis is waarin we ons verblijden in lijden, dan is het dat we verblijd zijn om de Heer Jezus te volgen die leed. Zelfs Hij verheugde zich niet in lijden. De leidsman en voleinder van ons geloof was degene ‘die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods’ (Heb. 12:2, eigen cursief). ‘Daarom dan, laten ook wij (…) met volharding de wedloop lopen, die vóór ons ligt’ (Heb. 12:1).
Eigen vertaling van de overdenking bij 13 maart uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten