vrijdag 31 mei 2013

… totdat over ons uitgestort wordt de Geest uit den hoge (Jes. 32)


Deuteronomium 4; Psalmen 86-87; Jesaja 32; Openbaring 2
Daar waar Jesaja 30-31 het probleem en de gevaren aangeeft van te vertrouwen op Egypte, biedt Jesaja 32-33 het alternatief: een goede regering geleid door een rechtvaardige Koning. Hoewel Jesaja verwacht dat een dergelijke regering zich slechts in de toekomst zal aandienen (bijv. 31:1, 15-16; 33:5-6, 17-22), is zijn standpunt niet helemaal eschatologisch: hij richt zich op de crisis van zijn eigen tijd, een tijd van zelfgenoegzaamheid (32:9-11), wanneer de diplomaten hebben gefaald en de leiders wanhopig zijn (33:7-8), een tijd waarin de verwaande Assyriërs, ‘hetvolk met een duistere, onverstaanbare spraak’, (33:19) nog altijd in het land zijn.

Historisch gezien verwijst dit waarschijnlijk naar koning Hizkia’s vergeefse poging om Sanherib om te kopen met buitengewoon eerbetoon (2 Kon. 18:13-16). Maar Sanherib is niet gesust. Zijn gezanten met hun ‘duistere, onverstaanbare spraak’ (33:19) eisen dat Hizkia de poorten van Jeruzalem zou opengooien.

Wanneer Hizkia weigert, begint de belegering. Nu kan de bevolking van Jeruzalem de gevolgen zien van een regering die niets volgt behalve de lege zinloosheid van louter menselijke wijsheid. Jesaja biedt het enige alternatief: het koningschap van God.

Gelukkig grijpt Hizkia dit alternatief net op tijd aan (2 Koningen 19:14-19). Waar Jesaja naar uitziet is de tijd waarin Gods koningschap ten volle aanvaard zal worden door zowel het volk als de heersers.

Jesaja 32 begint dit gezicht dan met tonen hoe dergelijke goddelijke heerschappij er uitziet, wat die zou voortbrengen (32:1-8). De identiteit van deze koning die regeert in gerechtigheid (32:1) is niet zo helder als in 11:1-9 (waar Hij de Messias is) of als in 33:22 (waar Hij de Heer is).

Vanuit het perspectief van de christen bestaat er geen spanning tussen die dubbele aanspraak: de ultieme Koning is zowel de Gezalfde uit de geslachtslijn van David als de levende God (zoals in Jes. 9 en Ez. 34).

Hier (in Jes. 32) ligt de focus minder op de identiteit van de koning dan op zijn passie voor gerechtigheid. De transformatie van het gebied is zo compleet dat ‘de ogen der zienden niet meer verblind zijn en de oren der horenden zullen opmerken’ (32:3) – het omgekeerde van 6:9-10.

Maar op dit punt is er geen manier om dergelijke heerlijkheid te bereiken dan via oordeel. Er zal maar een jaar voorbijgaan vooraleer er een verpletterende vernietiging van de oogst komt (32:10) – mogelijk wanneer Sanherib zijn machtige leger binnenleidt nadat het buitengewoon eerbetoon onvoldoende bleek om hem tevreden te stemmen. Erger nog, de stad zelf zal vernietigd worden (32:14) – een gebeurtenis die nog een eeuw verder ligt.

Maar achter dit alles wacht de uitstorting van de Geest (32:15-20) – Gods handelen, dat het volk van God krachtig transformeert – bewerkt met Pinksteren na de opstanding en verheerlijking van Jezus de Messias (Handelingen 2:16-18) en vervuld bij zijn wederkomst (Opb. 11:15-17).


Eigen vertaling van de overdenking bij 31 mei uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten