dinsdag 21 mei 2013

Spotters met spotternij zeggen ‘Waar blijft de belofte van zijn komst?’ (2 Petr. 3)


Numeri 30; Psalm 74; Jesaja 22; 2 Petrus 3
Petrus wil bij zijn lezers ‘helder inzicht’ bekomen (2 Petrus 3, in het bijzonder vers 1; NBG: ‘zuiver besef’), meer bepaald over de terugkeer van de Heer. Dit veronderstelt dat er inzichten circuleerden die niet helder waren over de terugkeer van de Heer. Vandaag bestaan er zelfs nog meer vormen van onhelder inzicht over deze gebeurtenis dan in de eerste eeuw.

Petrus benadrukt volgende punten:

(1) In elke generatie zullen er spotters zijn die smalend doen over het feit van de wederkomst van Christus (3:3). Soms zal dit spotten voortkomen uit een uitgesproken antichristelijk wereldbeeld. In onze dagen heeft het filosofisch naturalisme duidelijk geen plaats voor het ultieme bovennatuurlijke bezoek aan planeet Aarde, zelfs niet voor een einde van de geschiedenis dat door God zelf bewerkt wordt. Het standpunt kan verbonden worden met een bepaalde uniformiteitsvisie (3:4).

We mogen nooit vergeten dat aan dergelijke gezichtspunten vaak morele dimensies verbonden zijn. Het is veel handiger voor wie zijn eigen morele autonomie koestert om te ontkennen dat er een finale afrekening komt (3:3).

(2) We mogen het feit nooit over het hoofd zien dat God zich op dit vlak nooit zonder getuige heeft gelaten. Niet alleen heeft Hij machtige naties en rijken enorme oordelen opgelegd (vaak door ‘natuurlijke’ middelen), maar twee gebeurtenissen uit het register van het bestaan van de aarde getuigen van Gods dramatische ingrijpen: de Schepping en de vernietiging door de zondvloed (3:5-7).

Hier onderdrukt onze maatschappij bijvoorbeeld de extreem duidelijke uitdrukking van het argument uit het ontwerp: ‘willens en wetens ontgaat’ ons wat God gedaan heeft. Hoe we deze dingen evalueren is verbonden met onze morele en geestelijke vervreemding van God onze Schepper.

(3) Het uitstel rond de terugkeer van Christus weerspiegelt niet alleen Gods zeer verschillende visie op het tempo van de gebeurtenissen (3:8), maar ook zijn ongeëvenaarde geduld: ‘Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen’ (3:9).

Paulus zegt iets vergelijkbaars: ‘Of veracht gij de rijkdom van zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid en lankmoedigheid, en beseft gij niet, dat de goedertierenheid Gods u tot boetvaardigheid leidt?’ (Rom. 2:4).

(4) Wanneer Christus dan echter op het einde terugkeert, zal zijn wederkomst plots zijn, onmiskenbaar en dramatisch (3:10). Het zal het einde betekenen van het universum zoals we dit kennen. Toen de inwoners van Noord-Amerika in de jaren vijftig soms gevraagd werd om atoomschuilkelders te bouwen om zichzelf te beschermen tegen de dreigende holocaust, vroeg ik mijn vader of wij er een moesten bouwen.

Hij antwoordde rustig, ‘Waarom? Wanneer Jezus terugkomt, zullen zelfs de elementen vernietigd worden [vgl. 3:10, 12]. Wees klaar voor Hem en vrees niets anders’.

(5) En dit is het punt. In het licht van dit alles ‘hoedanig behoort gij dan te zijn in heilige wandel en godsvrucht, vol verwachting u spoedende naar de komst van de dag Gods’ (3:11-12). De test van de eschatologie is ethiek.


Eigen vertaling van de overdenking bij 21 mei uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten