Numeri 30, Psalm 74, Jesaja 22, 2 Petrus 3
Een paar jaar geleden verbleef ik een tijd in een zogenaamd ‘derdewereldland’, gekend voor zijn vreselijke armoede. Wat me van de cultuur van dat land echter het hardst getroffen heeft, was niet zijn armoede, noch de kloof tussen de zeer rijken en zeer armen – ik had voldoende over deze punten gelezen om niet verrast te zijn en had elders al gelijkaardige tragedies gezien – maar wel zijn alomtegenwoordige hoogtij vierende corruptie.
Hier in het Westen zijn we niet goed geplaatst om met de vinger te wijzen. Ongetwijfeld hebben we hier te maken met minder openlijke omkoping; ongetwijfeld zorgen gepubliceerde prijzen voor veel overheidsdiensten dat omkoperij en smeergeld wat moeilijker te organiseren vallen ; ongetwijfeld is er nog genoeg van het christelijke erfgoed dat we ten minste nog op papier verklaren dat eerlijkheid een goede zaak is, dat het woord van een man of vrouw zou moeten gelijkstaan met een overeenkomst, dat hebzucht boos is – hoewel zulke waarden vandaag heel vaak eerder in de theorie geëerd worden dan in de praktijk.
Toch zijn we veruit de meest pleitzieke natie ter wereld. We brengen veel meer advocaten voort dan ingenieurs (het tegengestelde van Japan). De eenvoudigste overeenkomst moet vandaag gepaard gaan met hopen wettelijke beschermingen voor de ondertekenaars. Een groot deel daarvan komt voort uit het feit dat veel personen of bedrijven zich niet aan hun woord houden, niet proberen om te doen wat rechtvaardig is en zullen proberen om de andere partij af te zetten als ze ermee weg kunnen komen.
Een leugen brengt je alleen in verlegenheid als je betrapt wordt. Beloften en eden worden werktuigen om te verkrijgen wat je wilt, eerder dan verplichtingen aan de waarheid. Plechtige huwelijksbeloften worden met een bevlieging van tafel geveegd, of vervagen in de hitte van de lust. En natuurlijk, als we makkelijk huwelijksverbonden verbreken, zakelijke overeenkomsten of persoonlijke overeenkomsten, is het al net zo makkelijk om het verbond met God te verbreken.
De waarheid spreken en je beloften houden op één domein van het leven, zet zich voort op andere terreinen; net zo goed gaat ontrouw in één arena verder in andere arena’s. Dus zijn de volgende woorden in het Mozaïsche verbond vastgelegd: ‘De HEER heeft het volgende bepaald: Wanneer een man de HEER belooft iets te zullen doen of onder ede de verplichting op zich neemt zich van iets te onthouden, mag hij zijn woord niet breken; aan alles wat hij met zoveel woorden zegt, moet hij zich houden’ (Num. 30:1-2).
De rest van het hoofdstuk maakt duidelijk dat dergelijke eden door individuele personen wel eens meer kunnen zijn dan individuele zaken; er kunnen echtelijke of familiale gevolgen zijn.
Binnen dit verbond bepaalt God dus zelf, voor de goede orde van de cultuur, wie een gelofte mag bekrachtigen of opheffen; dit patroon zegt iets over leiding en verantwoordelijkheid in het gezin. Maar de fundamentele kwestie hier is er een van het spreken van de waarheid en van trouw.
Eigen vertaling van de overdenking bij 21 mei uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org
Geen opmerkingen:
Een reactie posten