maandag 11 februari 2008

God roept. Ook jou?


Heeft God jou tot het dienstwerk geroepen? Hoewel alle christenen geroepen zijn om de zaak van Christus te dienen, roept God toch bepaalde personen om in de gemeente een specifiek ambt te vervullen. Albert Mohler besteedt er aandacht aan op zijn blog.


Paulus schreef naar de jonge Timotheüs dat het streven naar het opzienerschap gelijkstaat met het begeren van een goed werk (1Tim3:1).
Het is een hoge eer om door God geroepen te worden tot het dienstwerk in de gemeente of kerk. Hoe weet je of God je daartoe roept?

Ten eerste is er een innerlijke roeping. Door de Geest spreekt God tot diegenen die Hij geroepen heeft om te dienen als opzieners of dienstknechten in Zijn gemeente.
Maarten Luther beschreef het als "Gods stem, gehoord door het geloof". Wie door God geroepen is weet het door het innerlijk ervaren van leiding, doel en groeiende toewijding.

Charles Spurgeon sprak over een "intens allesoverheersend verlangen voor het werk". Wie door God geroepen is ervaart een groeiende drang om het woord te prediken en te onderwijzen, en om Gods volk te dienen.

Deze drang kan de gelovige doen overwegen of God hem misschien tot het dienstwerk geroepen heeft. Heeft God je begiftigd met het sterke verlangen om te prediken?
Heeft Hij je toegerust met de gaven die nodig zijn voor het dienstwerk? Heb je Gods woord lief en voel je je geroepen om te onderwijzen? Vroeg je Spurgeon ernaar, dan raadde hij aan "niet te prediken als hij kan kiezen. Maar als hij zich gedwongen weet, en hij moet prediken of sterven, dan is hij de man". Dit besef van een dwingende opdracht is een van de belangrijkste kenmerken van een waarachtige roeping.

Ten tweede is er de uitwendige roeping. Baptisten geloven dat God de gemeente gebruikt om "hen te roepen die tot het dienstwerk geroepen zijn". De gemeente beoordeelt en bevestigt de roeping en gaven van de gelovige die zich tot het dienstwerk geroepen meent. Als een gezin in het geloof moet de gemeente de gaven voor het dienstwerk herkennen bij haar leden en er blij om zijn. Ze moet de verantwoordelijkheid nemen om wie door God geroepen werd te bemoedigen om die roeping met vreugde en in gehoorzaamheid te beantwoorden.

Vandaag denken velen eerder aan carrière dan aan roeping. De bijbelse uitdaging om te "kijken naar onze roeping" (1Kor1:28) zou moeten uitgebreid worden van de roeping tot behoudenis tot de roeping voor het dienstwerk.

John Newton, de bekende schrijver van het lied "Amazing Grace" merkte eens op dat "Alleen hij die de wereld maakte, een dienstknecht voor het evangelie kan maken". Alleen God kan een ware dienstknecht roepen en alleen Hij kan de dienstknecht de gaven verlenen die nodig zijn voor het werk. Maar de grote belofte in de Bijbel is dat God ook werkelijk dienstknechten roept, en die dienstknechten als gaven aan de kerk schonk.

Belangrijk hierbij is de veelvoorkomende misvatting rond de wil van God. Sommige modellen van evangelicale toewijding impliceren dat Gods wil iets moeilijks voor ons is om te accepteren. We maken dit soms nog moeilijker door te spreken over "je overgeven" aan de wil van God. Paulus maakt in Rom.12:2 duidelijk dat de wil van God "goed, welbehaaglijk en volmaakt" is. Wie geroepen is om te prediken zal een verlangen krijgen om te prediken en zal ook de gaven krijgen die daarvoor nodig zijn. Daarenboven zal de door God geroepen prediker dezelfde drang voelen als de grote apostel die zei "wee mij als ik het evangelie niet verkondig!" (1Kor.9:16).

Beschouwt uw roeping. Ervaar je dat God je tot het dienstwerk roept, of dit nu is als opziener of voor een andere taak in de gemeente? Heb je een brandend verlangen om het woord te verkondigen, het evangelie te delen en zorg te verlenen aan Gods kudde? Is die roeping bevestigd en word je erin aangemoedigd door de christenen die jou het best kennen?

God roept nog steeds ... Heeft Hij jou geroepen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten