zaterdag 6 juli 2013

Petrus: eerste onder gelijken (Mt. 16)


Jozua 8; Psalm 139; Jeremia 2; Matteüs 16
Over weinig gedeelten uit de synoptische evangeliën is in de geschiedenis van de kerk meer getwist dan over Petrus’ belijdenis dat Jezus ‘de Christus’ is, ‘de Zoon van de levende God’, en hetgeen daarop volgt (Mt. 16:13-28).

Hier wagen we ons aan slechts drie bedenkingen:

(1) Te oordelen naar zijn antwoord, ziet Jezus deze belijdenis als een belangrijke vooruitgang, bereikt via openbaring door de Vader (16:17). Maar dit betekent niet dat Petrus voor dat ogenblik nog niet besefte dat Jezus de Messias is. Ook betekent het niet dat hij ‘Messias’ begreep in de volwaardige, christelijke betekenis die het woord kreeg na Jezus’ dood en opstanding.

Op dat ogenblik is Petrus heel duidelijk bereid om Jezus te aanvaarden als Israëls koning, de Gezalfde uit de lijn van David, maar hij besefte niet dat Hij tegelijk de Davidische koning en de lijdende Knecht moest zijn, zoals de daaropvolgende verzen tonen.

Zowel Petrus’ begrip als zijn geloof waren groeiend, maar nog steeds pijnlijk beperkt. Om Petrus op dit gebied tot volle christelijke geloof te zien komen, moeten we wachten op de volgende grote heilshistorische afspraak: het kruis en de opstanding.

(2) Jezus’ woorden ‘Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen' (16:18), zijn begrepen als de start van het rooms-katholieke pausdom. Maar zelfs in de meest ruimhartige interpretatie kun je maar moeilijk zien hoe dit tekstgedeelte iets zou zeggen over het doorgeven van een Petrine voorrang, en nog minder over een geleidelijk ontwikkelen en bevorderen van het pausdom tot de introductie van de leer van de pauselijke onfeilbaarheid in 1870.
Beledigd door dergelijke buitensporige claims, zijn veel protestanten met uitleggingen gekomen die al even ongelooflijk zijn.

Misschien zei Jezus ‘gij zijt Petrus’ (wijzend naar Petrus) ‘en op deze rots zal ik mijn gemeente bouwen’ (wijzend naar zichzelf).
Of misschien is de ‘rots’ waarop de gemeente gebouwd wordt niet Petrus, maar Petrus’ belijdenis – wat nauwelijks recht doet aan de woordspeling in het Grieks: ‘Jij bent petros en op deze petra’.’

(3) Het is beter te zien dat Petrus werkelijk een bepaalde voorrang heeft – wat een ‘heilshistorische voorrang’ genoemd werd. Hij was de eerste om bepaalde dingen te zien, de leider die van God gaven kreeg bij de eerste stappen van organisatie en evangelisatie na de opstanding (zoals Handelingen duidelijk maakt).

Maar niet alleen was dit leiderschap verbonden met Petrus’ unieke rol in de heilsgeschiedenis (zo uniek, dat het naar de aard van de zaak niet kon doorgegeven worden), maar de evangelieautoriteit die hem verleend was (16:18-19) wordt uitgebreid naar al de apostelen (18:18).

Dit is wat we moeten verwachten: elders wordt ons verteld dat de gemeente gebouwd wordt op het fundament van profeten en apostelen (Ef. 2:20, cursief toegevoegd). Zoals de oude formulering luidt, Petrus was primus inter pares – de eerste onder gelijken.


Eigen vertaling van de overdenking bij 6 juli uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten