Numeri 6; Psalmen 40-41; Hooglied 4; Hebreeën 4
Hebreeën 3:7—4:11 bestaat uit een uitgebreide argumentatie. We kunnen kort samenvatten wat 3:7-19 zegt en dan de aandacht vestigen op Hebreeën 4:1-11.
De auteur van Hebreeën citeert Psalm 95:7-11 (Heb. 3:7-11), waarin je de Heilige Geest (3:7), de uiteindelijke auteur van de Schrift, eigenlijk hoort zeggen: ‘Als je vandaag zijn stem hoort, verhard dan jullie harten niet zoals jullie voorvaderen deden in Kadesh Barnea, toen ze voor het eerst het Beloofde Land naderden.
De meerderheid van de verspieders gaf een verslag in ongeloof, met als gevolg dat het verbondsvolk de volgende 40 jaren in de woestijn moest ronddolen in plaats van de rust in te gaan die hen beloofd was. Maar bega vandaag niet dezelfde vergissing. Als je de stem van God hoort, geloof en gehoorzaam – in tegenstelling tot het antwoord van jullie voorvaderen.’
Precies het volk dat God uit de slavernij had verlost waren de mensen die Hij veroordeelde tot ronddolen en omkomen in de woestijn. Zo moet het volk van God vandaag volharden in zijn geloof en gehoorzaamheid, en niet vallen in het ongeloof (4:19) van zijn voorouders.
Tot zo ver is het argument er een van analogie. Hebreeën 4 neemt ons veel verder mee. Indien God nog altijd rust belooft aan mensen in de tijd van Psalm 95, dan volgt daaruit dat de rust die het Beloofde Land bood nooit bedoeld was om de ultieme rust te zijn.
Want Jozua leidde het volk het land binnen, maar ‘indien Jozua hen in de rust gebracht had, zou Hij niet (meer) over een andere, latere dag gesproken hebben’ (4:8). Bovendien, wanneer God in zijn toorn zweert dat de generatie bij Kadesh Barnea nooit in ‘mijn rust’ (Ps. 95:11; Heb. 3:11; 4:3) zal ingaan, dan moet de aandachtige lezer zich afvragen wat deze ‘rust’ van God echt is.
God ‘rust’ voor het eerst aan het einde van de scheppingsweek (Gen. 2:2). Dit wordt een model voor de verbonds-sabbatsrust. Maar noch de sabbatsrust, noch de rust in het Beloofde Land vormen de ultieme rust, want hier in Psalm 95, ‘na zo lange tijd’ (4:7), nodigt God het volk nog altijd uit om zijn rust in te gaan, met de voorwaarde dat ze volharden in geloof (4:2, 11).
De ultieme rust, zo benadrukt de schrijver van Hebreeën, kan enkel het evangelie zijn, waarin mannen en vrouwen afzien van hun werken (zoals God rustte van zijn Schepping).
Alles van deze argumentatie hangt af van het feit of je de Bijbel in zijn heilshistorische voortgang leest, dit wil zeggen, of je hem leest als opeenvolgend langs zijn verhaallijn en opmerkt hoe de delen niet alleen samenhangen maar ook vooruitwijzen en vooruitgrijpen naar grotere dingen die nog moeten komen.
De argumentatie is er geen van analogie maar van typologie. Dit is wat ons oproept tot volharden in geloof en gehoorzaamheid; dit maakt deel uit van hetgeen het woord van God levend en krachtig maakt en scherp doet doordringen (4:12-13).
Eigen vertaling van de overdenking bij 29 april uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten