Leviticus 18; Psalm 22; Prediker 1; 1 Timoteüs 3De auteur van het boek Prediker is (getranslitereerd in het Hebreeuws) Qoheleth, wat je uitspreekt als Ko-hellet (eventueel met aangeblazen t). Het woord is verbonden met de idee van verzamelen, en ‘Qoheleth’ betekent waarschijnlijk iets als de ‘leider van de vergadering’ of zelfs ‘iemand die de vergadering toespreekt’ (vandaar het Nederlandstalige ‘prediker’, JL). Mogelijk was de vergadering religieus van aard (kerkelijk, in het Engels ‘ecclesiastical’, wat verwant is met de Engelstalige benaming van het boek Prediker, ‘Ecclesiastes’), maar Qoheleth is ook een academicus, die gezegden verzamelt en onder woorden brengt (12:9-12). Dit zorgt ervoor dat sommige Bijbelvertalingen de uitdrukking ‘de prediker’ gebruiken (zoals de NBG); de Engelstalige NIV heeft het over ‘the Teacher’, de leraar. Een uitlegger suggereert ‘de Professor’.
Qoheleth verwijst naar zichzelf als ‘koning over Israël te Jeruzalem’ (1:12). Maar welke koning? Hij beweert ‘ik ben groter en rijker in wijsheid geworden dan allen die vóór mij over Jeruzalem geregeerd hebben’ (1:16), wat iedereen behalve Salomo lijkt uit te tellen.
Aan de andere kant zou het zeer vreemd zijn voor Salomo om dergelijke woorden te schrijven, aangezien er maar één Davidische koning in Jeruzalem was voor hem.
Dus terwijl sommige commentatoren denken dat Qohelet Salomo is, wijzen anderen erop dat Salomo niet genoemd wordt en suggereren ze dat dit een religieus leider kan zijn die, als deel van zijn dramatische toespraak, zichzelf neerzet als een super-Salomo: zelfs de meest wijze man die je je kunt voorstellen zou, op zoek naar vervulling, nog altijd berooid terugkeren, uitroepend dat alles ijdelheid is (1:2).
Net zoals je heel wat delen van Job niet met inzicht of wijsheid kunt lezen zonder het verloop van het boek in zijn geheel te kennen, zo is het ook met Prediker. Qohelet zet er zichzelf toe de betekenis van alles ‘van beneden’ te onderzoeken, bekeken vanuit het standpunt van de gevallen mensheid.
Kortom, dit standpunt is van ‘onder de zon’ (1:9) of ‘onder de hemel’ (1:13). Hij is geen verdediger van het naturalisme of atheïsme, maar hij onderzoekt zonder omwegen wat gezegd kan worden van diverse zogenaamd ‘goede’ dingen wanneer ze door iemand van ‘onder de zon’ bekeken worden.
Zijn thema wordt uiteengezet in de inleiding (Pred. 1:1-11). ‘IJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid!’ (1:2). Dit gaat naar de kern van de uitdrukking die al lang zo wordt weergegeven. De Engelse KJV had het over ‘Vanity of vanities . . . all is vanity’.
Het woord suggereert een zuchtje lucht, de kleinste damp, volkomen zonder betekenis. In dit boek verkent de Leraar levensterrein na levensterrein, domeinen die door zoveel mensen hoog ingeschat en gekoesterd en zelfs aanbeden worden, en hij concludeert, vanuit zijn standpunt ‘onder de zon’, dat alles volkomen zinloos is.
Tegen het einde van het boek, na het afschrapen van alle vuilnis van het leven, belandt hij bij het fundament – God zelf. En hier en daar langs de weg schenkt hij ons glimpen van een goddelijk perspectief dat het zinloze overstijgt. Maar hij neemt zijn tijd om daar te geraken, want we moeten het deprimerende gewicht voelen van alle zoekende visies die niet bij God beginnen.
Eigen vertaling van de overdenking bij 14 april uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten