zondag 14 maart 2010

Notities lezing 'De Hel' (4)

Hierbij het vierde deel van mijn notities van de lezing over "de hel", door Ger De Koning (Middelburg) van vrijdag 29 januari in CC De Steiger in Menen. Merk op: dit is niet de letterlijke weergave van de toespraak.


Als je overtuigd bent dat er een hel is en je ziet dat je die verdiend hebt … Het enige recht dat wij hebben, dat is het recht op de hel. Verder hebben we helemaal geen rechten. Eigenlijk hebben we nergens recht op. Als je dat erkend hebt, en dat Jezus voor jou stierf aan het kruis, dan kan het niet anders of je wil nu vol voor hem gaan.

En je wil ook weten hoe het met de duivel en de tegenpartij zal gaan. Het boek Openbaring spreekt daarover. Een moeilijk boek, zeg je? De vijand komt met ontmoediging, want de duivel wil niet dat je weet dat hij in de hel terecht zal komen. Die hel is bereid voor de duivel en zijn engelen.

Het thema dat in de volgende lezing aan bod komt is het vrederijk. Dat is die periode van duizend jaar vrede. Dat is als satan gebonden zal zijn. Maar daarna, als hij vrijgelaten wordt: massaal gaat de hele wereld achter de satan aan. Onvoorstelbaar. Zo lang van de zegen onder de vredevorst geproefd en genoten hebben … En dan toch weer teruggaan … Maar als Jezus komt en zijn vrederijk vestigt, dan worden kinderen geboren. Ook dan is het nodig om tot bekering te komen. Velen zullen huichelachtig of geveinsd zich aan God onderwerpen. Mensen zullen dan de satan massaal gaan volgen wanneer hij weer wordt losgelaten.

Dan zien we dat de satan in de poel van vuur terechtkomt. Het beest, aanvoerder van het herstelde West-Romeinse rijk, wordt vernoemd. Je hoeft niet trots te zijn over de Belgische president van het verenigde Europa. Het is uiteindelijk de voorloper van het beest. De opstandelingen tegen God worden in de hel geworpen. Als de duivel er na de duizend jaar geworpen wordt, treft hij dezen daar aan. Ze worden gepijnigd tot in alle eeuwigheid. Er is niet zoiets als een tijdelijke pijniging. Er is geen vagevuur of zielenslaap.

Dit zijn geen vragen als je Gods woord rustig overleest. De eeuwigheid is een eeuwigheid. Dit kun je niet beperken in tijd. Als er iets is als eeuwig leven, is er ook iets als eeuwige straf. Wat is eeuwig? Niet tijdelijk. Een belangrijke tekst daarover is 2Kor4: de dingen die men ziet zijn tijdelijk, maar die die we niet zien zijn eeuwig. Dit staat tegenover elkaar.

Welke periode je er ook aan koppelt, maar als je er een einde aan plakt, dan is dat tijdelijk. Niet eeuwig. Die eeuwige straf, die ontvangt iemand uit de mond van iemand die daar op de grote witte troon zit. Op het wentelpunt van tijd en eeuwigheid. Zuiver en rein, met majesteit. Daar komen ze: de doden. Groten en kleinen. Niet met lichaamslengte, maar met zonde heeft dit te maken. Massamoordenaar en kruimeldief. Brallende politicus, maar ook de brave huisvader die netjes voor zijn gezin zorgde. Ze hebben dit gemeenschappelijk: hun leven leefden ze voor zichzelf. De boeken worden geopend, en alle werken van alle mensen staan daar in. Niemand die enig weerwoord heeft. De advocaat is er nu nog: Jezus. Maar dan niet meer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten