Hij toont dat afgoden tegen ons liegen door zich aan ons te presenteren als Redders en middelaars die ons identiteit kunnen bezorgen en ons rechtvaardig kunnen maken. Maar in werkelijkheid onteren ze God en vernietigen ze mensen.
Driscoll stelt in het bijzonder een aantal vragen over het verafgoden in dienstwerk:
1. Afgoderij van bezoekersaantallen: Verandert je vreugde wanneer je bezoekersaantal verandert?
2. Afgoderij van gaven: Voelt het aan alsof God je nodig heeft en je gebruikt omdat je zo bekwaam bent?
3. Afgoderij van waarheid: Beschouw je jezelf als meer rechtvaardig dan meer eenvoudige christenen (lees: met minder inzicht in de waarheid, JL)?
4. Afgoderij van vrucht: Wijs je naar je succes als bewijs voor Gods goedkeuring over je?
5. Afgoderij van methodes: Verafgood je je methode als je middelaar?
6. Afgoderij van tradities: Welke tradities koester je die een belemmering vormen voor de vooruitgang van het evangelie?
7. Afgoderij van je positie: Word je in de eerste plaats gemotiveerd door Gods glorie of door je functietitel?
8. Afgoderij van succes: Is winnen wat je ten diepste motiveert?
9. Afgoderij van je dienstwerk: Gebruik je de druk van je dienst om je te doen wandelen met God?
10. Afgoderij van de innovatie: Doet het er iets toe of je dienstwerk als uniek beschouwd wordt?
11. Afgoderij van de leider: Wie anders dan Christus vertoon je?
(Bron: Justin Taylor, vrij vertaald)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten