maandag 21 december 2009

'Ik woog die goede man zwaar op het hart - Die gedachte hield mij uit de hel"

Zendeling John G. Paton (1824-1907) werd mede gevormd door het gebed van zijn vader, zo lees je in zijn biografie, die ondertussen blijkbaar nog alleen bij de antiquiteiten gevonden kan worden:

"En zo voegde hij op zijn zeventiende jaar de gezegende gewoonte in van het huiselijk morgen- en avondgebed, die mijn vader volhield, waarschijnlijk zonder één uitzondering, tot hij op zijn sterfbed lag in zijn zeven-en-zeventigste jaar. op de laatste dag van zijn leven las hij nog een deel der Schrift en hoorde men hem zacht instemmen met het psalmgezang en bewogen zijn lippen zich tot het morgen- en avondgebed, om een zegen te vragen over het hoofd van al zijn kinderen, waarvan er sommigen ver over de aarde verspreid waren, maar die hem allen ontmoetten voor de troon der genade.

Niemand kan zich herinneren, dat er ooit een dag omging, die niet op deze wijze geheiligd werd; geen haast om naar de markt of naar andere bezigheden te gaan, geen aankomst van vrienden of gasten, geen droefheid of onrust, geen vreugde of verstrooiing van welke aard ook, verhinderde ooit ons nederknielen rondom het huisaltaar, terwijl de hogepriester onze gebeden tot God opvoerde en zich en zijn kinderen daar als een offer bracht.

Zulk een voorbeeld was niet alleen voor ons gezegend, maar ook voor anderen. Jaren later heb ik gehoord, dat de slechtste vrouw van Torthorwald (in Schotland, JL), die toen een onzedelijk leven leidde, maar sedert door Gods genade veranderd werd, verklaard had, dat het enige wat haar van wanhoop en zelfmoord behoed had, was, dat zij mijn vader in donkere winteravonden, wanneer zij dicht onder ons raam sloop, in het gebed hoorde pleiten voor de zondaar, opdat God hem van dwaling zijns wegs genezen mocht en hem nog eenmaal mocht doen schijnen als een parel aan de kroon des Verlossers. 'Ik voelde, dat ik die goede man zwaar op het hart woog en ik wist, dat God hem niet zou teleurstellen - zei zij - Die gedachte hield mij uit de hel, en leidde mij eindelijk tot de enige Zaligmaker.'"


(Uit: John G Paton, zendeling op de nieuwe Hebriden, deel 1, pag. 17-18, uitg. De Banier)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten