zondag 16 november 2014

Vertrouw je God op zijn woord? (Hebr. 11)


1 Kronieken 7-8; Hebreeën 11; Amos 5; Lukas 1:1-38

Geloof heeft veel facetten. Sommige ervan duiken op in Hebreeën 11 – en ook wat geloof niet is.

(1) Niet een keer neemt ‘geloof’ de moderne betekenis aan van ‘religieuze voorkeur’ of ‘geloof zonder dat dit een basis vindt in feiten of waarheid’. Sciëntisme heeft onze wereld op dit vlak zodanig gebrainwasht dat we gemakkelijk over ‘geloof’ denken in deze zuiver subjectieve betekenis. Als je anderen vertelt wat je gelooft, dan vragen ze je niet naar wat je redenen zijn om te bepalen of je geloof al dan niet goed gefundeerd is. Er wordt automatisch aangenomen dat dergelijk geloof niet meer kan zijn dan religieuze voorkeur, waarvoor er per definitie geen werkbare criteria zijn.

(2) In dit hoofdstuk is geloof integendeel een bekwaamheid om te achterhalen wat objectief waar is. De auteur trekt de voorstelling niet in twijfel ‘dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is’ (11:3). Eerder betekent het voor hem dat we geen kant-en-klare manier hebben om het aan te tonen; we kunnen het waarheidsgehalte van zijn voorstelling alleen erkennen als de enige Persoon die erbij was ontsluiert wat er gebeurde – en wij Hem geloven.

Evenmin vind je bij de auteur enige twijfel over het feit of de christelijke vervulling, ‘alles waarop we hopen’ (11:1 [NBV]), eraan komt. Maar we kunnen het niet meten of inblikken of het bewijzen. We hebben heel goede redenen om de beloften van God te geloven met betrekking tot wat zal komen. Ons ‘geloof’ is zo een heerlijke, door God geschonken bekwaamheid die ons in staat stelt om zekerheid te hebben over de ‘dingen, die men hoopt’, en ‘bewijs der dingen, die men niet ziet’ (11:1).

(3) In bepaalde opzichten dan is dit geloof als het geloof van ‘de ouden’ (11:2). Want aan velen onder hen werden beloften gedaan over dingen die ze in hun leven niet zagen. Omdat ze de beloften van God geloofden en ernaar handelden, werden ze geroemd voor hun geloof. Zo handelde Abraham naar de belofte dat zijn nakomelingen overvloedig zouden toenemen en het land Kanaän zouden beërven. Hij maakte het in zijn leven niet mee, maar hij handelde ernaar.

De twaalf aartsvaders geloofden de belofte, Jozef zelfs zo sterk dat hij de Israëlieten instructies gaf om zijn lichaam mee te nemen wanneer ze uit Egypte trokken, hoewel dat vertrek nog eeuwen verder lag. Veel van deze beloften zijn al in vervulling gegaan; moeten wij - naar analogie hiermee - niet met vreugdevol geloof uitzien naar de vervulling van de beloften van God die nog openstaan?

(4) Dergelijk geloof krijgt niet alleen gestalte in hen die gemakkelijk gezien worden als overwinnaars (bijv. 11:32-35a) maar ook in hen die beschouwd worden als slachtoffers (11:35b-38). Of we nu behoren tot hen die geroepen zijn om koninkrijken te onderwerpen, gerechtigheid te oefenen, aan het scherpe zwaard te ontkomen of doden uit de opstanding terug te ontvangen, of anderzijds tot hen die gefolterd worden, hoon en geselslagen te verduren krijgen, of gevangenschap, armoede en een smadelijke dood, is helemaal van secundair belang. De vraag waar het om draait is of we God op zijn woord vertrouwen of niet.


Eigen vertaling van de overdenking bij 16 november uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

2 opmerkingen: